[Vregt, Joannes Franciscus]
VREGT (Joannes Franciscus), geb. 9 Sept. 1822 te Amsterdam, overl. 7 Mrt. 1892, zoon van Joes Vregt en Joanna Peypers. Na op het admissie-examen van 9 Sept. 1834 als ‘te jong’ afgewezen te zijn voor het klein-seminarie Hageveld te Voorhout, begon hij 1 Oct. 1835 aldaar zijn lagere studiën, bekroond door den 1en prijs in de Wijsbegeerte, waarin Mgr. Broere zijn leermeester was. Na ruim driejarig verblijf op het groot-seminarie te Warmond werd hij 7 Maart 1846 priester gewijd door Mgr. v. Wyckerslooth. Achtereenvolgens werd hij kapelaan te Haarlem, te Amsterdam en in den Haag, waar hij naast vurigen zielenijver uitblonk door geheel bizondere milddadigheid; in dien tijd bracht hij uit bijdragen van hem zelven en van anderen een som van ƒ 4000 bijeen om een zieken klasgenoot in staat te stellen op ‘patrimonium’ gewijd te worden; toen deze kort na zijn wijding stierf, werd het geld bestemd tot een beurs voor priester-studenten. Vregt's hardhoorigheid bewoog den bisschop van Haarlem hem 1 Sept. 1854 ontslag te geven als kapelaan, waarna hij zijn secretaris werd, eerst te Sassenheim, sinds Mei 1855 te Haarlem. 4 Oct. 1863 volgde hij zijn vroegeren pastoor van den Haag op als kanunnik. 31 Mei 1874 werd hij door Haarlem's tweeden bisschop, Mgr. Wilmer, benoemd tot ‘kanselier’ om als zoodanig krachtig te kunnen medewerken aan het proces van heiligverklaring der H. Liduina. 31 Juli 1878 werd hij vicaris-generaal van Mgr. Snickers, tot welk ambt hij 15 Oct. 1883 herbenoemd werd door Mgr. Bottemanne. 11 Juli 1883 werd hij door Paus Leo XIII verheven tot geheim-kamerheer; 21 Maart 1889 volgde zijn aanstelling tot deken van Haarlem. Hij stierf op den 46en verjaardag zijner priesterwijding, 7 Maart
1892, werd den 11en d.a.v. begraven in het priestergraf te Overveen, waarbij de lijkrede werd gehouden door Mgr. A.J. Brouwer, toenmaals regent van Hageveld.
Naast zijn groote verdiensten op administratief