[Vreden, Hermannus de of van]
VREDEN (Hermannus de of van), monnik der cistercienser abdij Sint Bernard te Aduard, waar hij 22 Febr. 1500 tot abt werd gekozen en 30 Dec. 1516 overleed, was een man van eerzamen levenswandel, een uiterste ijveraar voor de belangen zijner orde. Dat in dien tijd de abdij om hare goede tucht bekend stond, blijkt hieruit, dat de abt van de brabantsche abdij Sint Bernard aan de Schelde, Rumold van Epegem (1498-1504), monniken uit Aduard ontbood om de regeltucht in zijne abdij te helpen herstellen. Toen abt Hermannus aan het bestuur kwam, beleefde de abdij donkere dagen, zooals blijkt uit zijne klachten in bewaard gebleven brieven aan den abt van Altenberg, O. Cist., bij Keulen 3 en 8 Mrt. 1503. Reeds 7 jaren was de abdij overvuld met krijgsvolk, zoodat de kloosterlingen driemaal elders een heenkomen moesten zoeken. Door plundering, brandschatting en oorlogslasten was de abdij uitgeput en hare meiers in groote armoede. Bovendien was zij in geschil met den bisschop van Munster over de verschuldigde bijdrage bij de wijding van den abt. Daar hij bij dit alles door sommigen zijner monniken weinig bemind werd, nam hij in 1504 zijn ontslag in bijzijn van alle cistercienserabten van Friesland. Hij leefde nog 12 jaren als de laatste der monniken van de abdij. Zelfs het hem bij zijn ontslag toegekende jaargeld weigerde hij, omdat hij wilde sterven als een arme monnik.
Zie: H. Brugmans, De kroniek van het klooster Aduard in Bijdr. en Meded. Hist. Genootschap XXIII (1902) 74-75, 122-125; Nanninga Uitterdijk, Gesch. der voorm. abdij der Bernardijnen te Aduard (Gron. 1870) 75-80; C. Jongelinus, Notitia abbatiarum, O. Cist. (Col. Agr. 1640) IX, 67; Archief Aartsb. Utrecht XXIX (1903) 230-33.
Fruytier