[Vliet, Joannes van der]
VLIET (Joannes van der), geb. 24 Apr. 1847 te Reeuwijk, overl. 17 Jul. 1902 te Utrecht, een scherpzinnig en veelzijdig philoloog. Hij studeerde te Leiden, waar hij 27 Jun. 1874 promoveerde op Studia Critica in Dionysii Halicarnassensis opera rhetorica. Hij was rector der lat. school te Zalt-Bommel 1874-76, conrector aan het gymnasium te Assen 1876-78, conrector aan het gymnasium te Haarlem 1878-91 en tevens sedert 18 Oct. 1890 privaat-docent voor Sanskriet aan de Gem. Universiteit te Amsterdam. Tot hoogleeraar in de lat. taal- en letterkunde aan de Rijks Universiteit te Utrecht benoemd, als opvolger van C.M. Francken, aanvaardde hij dat ambt 18 Sept. 1891 met eene redevoering: Athenae et Hierosolyma. Het onderwijs in het Sanskriet werd hem bovendien opgedragen 9 Apr. 1892.
Na zijne promotie heeft v.d. Vl. zich voornamelijk aan de studie van het latijn gewijd, bij voorkeur aan de schrijvers uit de latere latiniteit, doch hij heeft ook vertalingen uit het javaansch en sanskriet geleverd en eenige zijner latijnsche gedichten zijn in den jaarlijkschen prijskamp van het legatum Hoeufftianum eene eervolle vermelding waardig gekeurd.
Voornaamste werken: schooluitgave van Vergilius' Aeneis (Leiden 1886-93); L. Apulei Metamorphoses en Apologia, Florida, De deo Socratis (Lipsiae, 1897 en 1900); P. Corneli Taciti Historiae (Groningen 1900). Voorts: Trifolium Latinum (Utrecht 1893); Van de Oude Kerk (Utrecht 1900). Verder artikelen in Mnemosyne 1883-1901, recensies in 't Museum, korte mededeelingen in Wolfflins Archiv, opstellen in de Gids en de Tijdspiegel, het Tweemaandelijksch Tijdschrift, Oud- Holland, Hermes, Rhein. Museum e.a.
Zie: J.J. Hartman, Levensbericht van J.v.d.V. in Jaarboek der Kon. Akad. v. Wet. 1903; K. Kuiper in Biogr. Jahrb. 1903, 97; Gallée in Levensber. Letterk. 1904, 62; J.E. Sandys, A History of Class. Schol. III 288-9.
Damsté