[Verbruggen, Pieter]
VERBRUGGEN (Pieter), zoon van den voorg., geb. 18 Maart 1735 te Enkhuizen, overl. 19 Febr. 1786 te Woolwich en begraven in de Holl. kerk te Londen. Hij bezocht de lat. school te Enkhuizen en hield bij zijn afscheid 10 Juli 1752 aldaar eene Oratio de Sapientia et Virtute (Enkh. Jacobus Kuiper 1752; met gedicht op den redenaar van J. Buyskes); hij studeerde te Leiden en promoveerde aldaar 1 Maart 1756 in de rechten op dissertatie de Societate. Na zijne promotie kwam V. in 1757 als medewerker zijns vaders in de gieterij te 's Gravenhage, waar ter stede hij tevens advocaat was en hij verhuisde mede naar Engeland toen Jan Verbruggen in 1770 werd benoemd tot grofgeschutgieter te Woolwich.
Hij maakte 28 Juli 1765 met de heeren van der Cloese, Sickinga, Spinny, van der Aa, le Sage en Dier Tange eene reis naar Parijs en op 6 Juni 1768 als secretaris met de heeren Appelman en Nilant als gedeputeerden uit den Raad van State, in gezelschap van Mevr. Appelman, de juffrouwen Tobias, zijne nicht Eva van Romond en de jonge juffer Appelman, eene reis naar Braband en Vlaanderen tot het visiteeren der magazijnen en fortificatiên. Van beide reizen maakte hij fraai-geïllustreerde beschrijvingen. Hij was een bekwaam teekenaar en niet onbedreven in muziek en kunstgeschiedenis: hij vervaardigde in Engeland onder meer een belangrijke verzameling van meer dan 50 ‘foundery drawings’