[Tilmon, of Tilman]
TILMON of Tilman. Alles wat men over Tilman weet, wordt door Beda medegedeeld in zijn bericht over den marteldood van de beide heiligen Ewald (Hist. Gent. Angl. Lib. V, c. 11). Hij was van een adellijk geslacht, en had alles verlaten om monnik te worden. Hij was een van de metgezellen der beide Ewalden op hun reis door Saksen. Met de overige gezellen was hij bij Keulen gebleven, en kreeg daar het gezicht, waarin een der beide martelaren hem verscheen en hem de plaats aanduidde, waar zijn eigen lichaam en dat van zijn broeder zich bevond. Hij begroef de beide martelaren met de noodige eer. Er bestaat geen reden om te zeggen dat hij benedictijn was of leerling van den heiligen Willebrord. In ieder geval was hij niet een van de elf gezellen van Willebrord bij diens komst naar ons land, dewijl hij zich in het gezelschap bevond van de beide Ewalden, van wie Beda zegt, dat zij het voorbeeld volgden van de eerste apostelen van Nederland.
Zie: Batavia Sacr. I, 48; Acta SS. 3 Oct. 180-207.
Graux