nis der Christelijke kerk in Nederland in tafereelen, waarvan het eerste deel in 1864 werd voltooid. Ook op ander gebied was hij werkzaam. Van zijn afzonderlijk verschenen werken is te noemen Justinus van Nassau, meest naar onuitgegeven stukken
(Amst. 1858), door Bakhuizen van den Brink, als antwoord op een prijsvraag van het Prov. Utr. Gen., scherp beoordeeld, en vooral De daden der Zeeuwen gedurende den opstand tegen Spanje (Amst. 1846), dat zijn oorsprong dankte aan een prijsvraag van het Zeeuwsch Genootschap van 1837. Swalue zond een antwoord in, dat in 1842 niet voor bekroning in aanmerking kwam. Hij zond het omgewerkte antwoord in 1844 opnieuw in; hem werd echter in 1845 medegedeeld, dat hem de zilveren medaille zou worden toegekend en verlof werd gegeven het werk voor eigen rekening uit te geven; nogmaals werkte hij het om en gaf het aldus in 1846 uit. Hij was ook in dit werk zeer ijverig geweest in het verzamelen der bronnen, maar miste historischen zin en vooral historischen stijl. Hij was gehuwd met Jeanne Marie Dumont.
Zie: Prins in Levensb. Lett., 1865, 118 vlg. (met bibliographie); Bakhuizen van den Brink, Studiën en schetsen, V, 405 vlg.
Brugmans