schuldbekentenis toch nog over eenzelfde zonde als waarover die gegaan was, werd aangeklaagd, en vreesde, dat er ‘affecten’ in 't spel waren. In allen geval had men besloten hem, op grond van zijn goede getuigenissen van elders, te laten preeken, tot men wist wat er na zijn schuldbekentenis was gebeurd. Niet ten onrechte was over dat gebrek aan vertrouwen de kerkeraad van Londen niet zeer gesticht. Hij schreef een krachtigen brief terug. Wat de uitwerking daarvan met het oog op de Steur geweest is, weten we echter niet. In 1575 stond hij te Zwijndrecht, waar hij niet 1575, zooals te Water zegt, maar 1577 werd ontslagen, na 20 Mrt. 1576 te Londen openlijk schuld te hebben beleden. 24 Dec. 1578 trad hij in den dienst te Axel. Met enkele onderbrekingen stond hij daar tot 6 Oct. 1579. Omstreeks dienzelfden tijd verleende hij ook nog hulp aan de kerk van Rousselaere. Van Axel is hij waarschijnlijk weer naar Zwijndrecht vertrokken. 1582 verwisselde hij die standplaats voor Oud- en Nieuw-Beyerland. En in 1584 ging hij naar Brandwijk-Molenaarsgraaf, waar hij tot zijn dood is gebleven. Hij ontving daar als traktement, volgens de opgave van Cornelis van Coolwijck, 2701. en voor huishuur 301. Toen hij stierf, moet hij zeer oud zijn geweest, want reeds in 1570 was hij niet jong meer. Hij schijnt een begaafd prediker te zijn geweest. In 1574 heeft hij de synode van Dordrecht bijgewoond, terwijl hij tevens 26 Febr. 1578 geweest is op de voorbereidingsvergadering, die toen is gehouden met het oog op de nationale synode van dat jaar.
Een zekere Hugo Steur (niet onmogelijk dezelfde die als Hugo Jacobi Steur 2 Juni 1601 te Leiden werd ingeschreven), is 1619 als predikant te Oostvoorne door de provinciale synode van Z. Holland te Leiden afgezet, omdat hij weigerde de 5 artikelen tegen de Remonstranten te teekenen. Hij was evenals een zekere, 14 Febr. 1609 als medicus ingeschreven Petrus Steur, uit den Briel afkomstig.
Zie Werken der Marnixvereeniging S I, register in voce; S. II, D. III, 211; H.Q. Janssen, De kerkhervorming in Vlaanderen I (Arnh. 1868) 85-87, 364; J.W. te Water, Kort Verhaal der Ref. in Zeeland (Middel. 1766) 217-219; J.H. Hessels, Eccl. Lond. Bat. Arch II (Cantabr. 1889) no. 128, 131, 133; III (Catabr. 1897) register in voce; dez., London-Dutch Church. Certificates of Memberschip (London-Amst. 1892) no. 3094; A. Kuyper, De Hollandsche Gemeente te Londen in 1570 /1571 (in de verzameling: Voor 300 jaren, 1871-1874) 157; Reitsma en van Veen, Acta II, 156; III, 337-340; G.D.J. Schotel, Kerkelijk Dordrecht II (Utrecht 1845) 758; Hs. copie der kerkeraadsnotulen van de hollandsche kerk te Londen in het bezit van Dr. A. Kuyper, sub 21 Juni 1571 en 12 Juni 1573. Weinig juist is Algemeen Nederlandsch Familieblad XII (1895) 123; vgl. 131.
van Schelven