[Sinapius, Christianus Leenaertsz.]
SINAPIUS (Christianus Leenaertsz.), Leonardi, Sinapius Venlo (Synapius, Mostert), afkomstig uit Venlo, overl. te Amersfoort 1610; man van naam in de Geref. kerken, komt in 1561 als predikant te Wezel voor, n.l. als de laatste van het zevental predikanten, die genoemd worden als onderteekenaars van de confessie van de stad Wezel, welke 29 Oct. 1561 den Raad werd voorgelezen en door dien raad, predikanten en schoolmeesters eenparig werd onderteekend. Hij behoorde tot de eerste predikanten van de heimelijke gemeente te 's Hertogenbosch en was de opvolger van Petrus Bloccius als predikant te Niedermörmpter in Kleefsland. Vandaar werd hij naar Wezel beroepen, waar hij in 1568 het Convent bijwoonde, welks artikelen hij onderteekende. Waarschijnlijk vóór zijn optreden als predikant te Venlo in 1572 was hij te Rees woonachtig.
Van 1573-78 predikant te Dordrecht. Moded en Datheen waren met hem bevriend. In Oct. 1573 logeerde Datheen bij hem, toen hij een gedeelte van het klooster der Graauwe Zusteren bewoonde. Op 20 en 21 April en 27 Oct. 1573 fungeerde hij als scriba van de classis van Zuid-Holland te Bommel en te Gorkum, 8 Maart 1575 als voorzitter van de classis te Dordrecht.
De classis Dordrecht vaardigde hem af naar de Prov. Synode te Dordrecht in Juni 1574, welker acta hij onderteekende. Dordrecht leende hem in 1574 eenige maanden aan Geertruidenberg volgens besluit der prov. Synode, en in 1576 en 1577 eenige malen aan de gemeente van het door de Spanjaarden geteisterde Oudewater. In 1576 begaf hij zich naar Wezel om zijne vrouw en kinderen, die hij, voor hij naar Venlo vertrok, veiligheidshalve aldaar had achtergelaten, af te halen.
Te Dordrecht, waar hij zeer bemind was, kwam hij met den predikant Bartholdus Wilhelmi in moeilijkheden, welke volgens het advies van Joannes Taffijn van Jan. 1576 niet anders konden worden weggenomen dan door Wilhelmi's verplaatsing.
Van 1578-86 was hij predikant te Oudewater. De classis Gouda vaardigde hem af naar de particuliere Synoden te Rotterdam, 25 April-3 Mei 1581 en te 's Gravenhage, Juni 1583.
Op 30 Oct. 1582 bezocht hij, van Antwerpen komende, den predikant Henrick van de Corput te Dordrecht. In de tweede helft van 1583 kwam hij als strijder voor de onafhankelijkheid der kerk in conflict met de magistraat, die hem het prediken trachtte te verhinderen. Eene verzoening werd evenwel getroffen.
Van 1586-89 predikant te Medemblik. De Part. Synode van Noord-Holland te Alkmaar, Mei 1587, koos hem tot haren assessor.
Niet Willem Mostart, zooals Hooft, Nederl. Hist. XXV, 1134 zegt, maar Christianus Sinapius was in 1587 de tusschenpersoon tusschen de afgevaardigden der Staten en den overste Sonoy, die zijn onderteekening plaatste onder de verklaring van de vier predikanten (1 April 1587), welke Sonoy te zijner verdediging overlegde bij zijn weigering om den eed aan Prins Maurits af te leggen.
Van Medemblik vertrok hij in 1589 naar Amersfoort, dat reeds 10 jaren vroeger het oog op hem had geslagen; en in 1590, bij leening, naar Leeuwarden, waar men hem in Mei 1591 beriep, doch werwaarts hij niet vertrok, wijl de regeering te Amersfoort weigerde hem te ontslaan.
Met Geertge Jacobsdr. (Geert Jacobs) wed. wijlen Christianus Sinapius die in 1575 te Oudewater (Kerkhist. Archief III, 73) en op 25 Oct. 1595 te Amersfoort (Schotel,