[Simon, Martinus]
SIMON (Martinus), Gzn., geb. 28 Nov. 1829 te Sneek, overl. te 's Gravenhage 13 April 1904. Hij bezocht in 1842 de kweekschool voor zeevaart te Amsterdam en verkeeg in 1845 vergunnig tot het maken van een zeereis naar Java. Na zijn terugkomst gaf de op 4 Jan. 1843 opgerichte Kon. Akademie voor Burgerl. Ingenieurs te Delft hem aanleiding den zeedienst te verlaten en zich op het destijds zoo bekende instituut van den heer Stuart te Vianen voor te bereiden tot het toelatingsexamen van die akademie. Hij voldeed in 1848 aan dat examen en verwierf in 1852 het diploma van burgerlijk ingenieur. Met ingang van 25 Maart 1853 trad Simon in dienst als opzichter bij den aanleg van den Aken-Maastrichtschen spoorweg ter standplaats Maastricht. Na opening van dezen spoorweg op 23 October 1853 werd hij benoemd tot sectie-ingenieur bij den spoorweg Maastricht-Hasselt en hem de uitvoering van de lijn Lanaeken-Munster-Bilsen opgedragen, welke spoorweg op 1 Oct. 1856 in exploitatie werd gebracht, om vervolgens belast te worden met het verbeteren en in goeden staat brengen van den spoorweg Hasselt-Landen. In 1857 en 1858 was hij werkzaam aan het onderzoek voor en het opmaken van de ontwerpen voor de verlenging van den spoorweg Maastricht-Hasselt tot Antwerpen, welk ontwerp echter niet tot uitvoering kwam. In verband met de vele concessie-aanvragen voor verschillende spoorwegen, waarvan de aanleg binnen afzienbaren tijd kan worden verwacht, werd begrepen, dat men uitbreiding moest geven aan de delftsche akademie, wat betrof het onderwijs in spoorwegbouw. Bij K.B. van 1 Mei 1859 werd hij tot leeraar aan deze inrichting benoemd om onderwijs te geven in bruggen en wegen (spoorwegen).
Toen echter bij de wet van 18 Aug. 1860 besloten was tot het aanleggen van spoorwegen door den staat, was de aandacht in het bijzonder gevestigd op de ingenieurs, die reeds bij den spoorwegbouw werkzaam waren geweest. Op 1 Oct. 1860 verkreeg Simon eervol ontslag als leeraar, en werd op dienzelfden datum benoemd tot eerstaanwezend ingenieur bij den aanleg der staatsspoorwegen ter standplaats Breda, later Bergen op Zoom en na 1 Mei 1868 Vlissingen. In 1875 werd de hoofd-ingenieur Simon naar Zwolle verplaatst en belast met den aanleg van de staatsspoorwegen Zwolle-Almelo, Sneek-Leeuwarden, Sneek-Stavoren en Groningen-Delfzijl. 2 Juni 1885 werd hij benoemd tot lid van den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten, welke betrekking hij vervulde tot 1 Juni 1903. 25 Maart 1903 herdacht hij den dag, waarop hij vóór 50 jaren zijn ingenieurs-loopbaan bij de spoorwegen begon.
Zie over hem: De Ingenieur, orgaan v/h. Instituut van Ingenieurs, 1903, 187-189 (met portret); en XIX (1904) 288 en 299.
Roelofs Heyrmans