[Sicherer, Carl August Xaverius Gottlob Friedrich]
SICHERER (Carl August Xaverius Gottlob Friedrich), leeraar in de duitsche taal- en letterkunde aan het gymnasium en de H.B.S. te Leiden en lector a.d. universiteit ald., werd geb. te Rottweil in Wurtemberg, 21 Oct. 1807, en overl. 9 Febr. 1886 te Goes. Hij ontving zijn opleiding aan het seminarium te Blaubeuren en studeerde later aan de hoogeschool van Tübingen, waar hij in de philosophie promoveerde. Als gouverneur van de kinderen van generaal Baggelaar hier in ons land gekomen, vertoefde hij eenigen tijd te Helmond en werd vervolgens docent aan het instituut van Berkel te Montfoort, daarna leeraar in het Duitsch aan bovengenoemde scholen te Leiden. Middelerwijl had hij zich in 1840 aan de utrechtsche academie den titel van lit. hum. Dr. verworven, op een proefschrift de Felchinibus.
Sicherer was lid van het Prov. Utrechtsch genootsch. van K. en W. en van de Maatsch. der Ned. Letterk. te Leiden. Hij schreef de volgende werken: Lorelei. Plaudereien über Holland und seine Bewohner. 2 dln. (1870); Blumenlese aus Deutschlands Klein-Epikern. Zur Einleitung drei holländische Gespräche über Balladen, Romanzen ünd Mären enz. 2 dln. (1872-73; 2de dr. 1880) en Deutsches Lesebuch für Schule und Haus. 2 dln. (1875). Voorts bewerkte hij den 2den dr. van W.G. Brill's Hoogd. spraakleer (1861; 4e dr. 1874) en vervaardigde met A.C. Akveld een Hoogd.- Nederlandsch en Nederl.-Hoogduitsch Woordenb. 2 dln. (1883-85).
Zuidema