[Schoen, Wilhelmus]
SCHOEN (Wilhelmus), geb. te Edam, overl. te Amsterdam 11 Dec. 1684. Hij was baccalaureus in de godgeleerdheid, en pastoor te Ooster- en Wester-Blokkert tot 1650, in welk jaar hij pastoor werd te West-Zaandam, waar hij een nieuwe kerk bouwde. Lastig en doordrijvend van karakter, kwam hij meermalen in geschil met zijne parochianen, waardoor in 1667 zijne verwijdering noodzakelijk werd. In genoemd jaar nam hij de geestelijke bediening op zich te Edam, welke hij vervulde tot 1669, toen hij emeritus werd. Hij schreef: Weg tot de zuiverheid voor de Hollandsche maagden (Antw. 1676). Daarin vaart hij hevig uit tegen de leeken en vooral tegen de kerkmeesters, die in verzet komen tegen de bevelen of maatregelen van hunnen pastoor, en bezigt daar uitdrukkingen, die alleen uit een verbitterd gemoed kunnen voortkomen.
Zie Bijdr. Bisd. Haarl. I, 119-121; III, 10; VII, 173, 174; Arch. Aartsb. Utr. XX, 457; Batavia Sacra II, 409; De Godsdienst Vriend. Bijdragen I, 406.
van der Heyden