[Rungius, Johannes Conradus]
RUNGIUS (Johannes Conradus), of Runge, geb. 22 Jan. 1686 te Cappel in het graafschap Lippe, overl. 17 Juni 1723. Na het voorbereidend onderwijs genoten te hebben op het gymnasium te Bremen, trok Rungius in 1703 naar de leidsche hoogeschool. Bij het verlaten daarvan in 1710, werd hij al aanstonds benoemd tot conrector aan de apostolische of latijnsche school te Nijmegen, waarna hij, 27 Juni 1714, het professoraat in de letteren te Harderwijk aanvaarde. Hij deed daar zijn inaugureele oratie de Prudentia et artibus Romanorum in constituenda domi forisque Reip. Vier jaren later, als rector magnificus aftredend, hield hij als weerslag daarop een rede de Romanorum luxuria et corruptissimis moribus, quibus et libertatem et amplissimum imperium corruperunt et pessumdederunt (Hard. 1711 en 1718 in druk verschenen). 18 Sept. 1721 verwisselde hij Harderwijk met Franeker, doch reeds weinige maanden later hoorde men den grooten Tib. Hemsterhuis een lijkrede houden op dezen jeugdigen, zooveel belovenden geleerde. Voor den roem van Rungius' nagedachtenis is het te betreuren dat deze redevoering nimmer gedrukt is.
Zijn portret is in het Stadhuis te Franeker.
Zie: Bouman, Gesch. d. Geld. Hoogesch. II, 69, 71, waar de door Rungius uitgegeven werken en biografische bronnen worden opgegeven.
van Schevichaven