hij in Januari 1562 naar Antwerpen terugkeerde. In 1566 behoorde hij met Datheen en anderen tot de tegenstanders van 's Prinsen voorstel, ‘dat men die name ofte titule van der Augsburgsche Confessie’ zou aannemen ter verkrijging van den steun der duitsche vorsten. Na zijn verbanning uit Antwerpen woonde hij in 1568 het Convent te Wezel bij, welks artikelen hij onderteekende. In Juni 1570 vinden wij hem te Emden woonachtig, want op 15 Juni 1570 schreven Dathenus en Petrus Alostanus namens de nederlandsche vluchtelingengemeente te Heidelberg aan de dienaren des Woords en de ouderlingen der gemeente te Emden over een bij den rijksdag te Spiers (1570) in te dienen Apologie, met verzoek Cornelius Rhetius met volle instructie en procuratie naar Heidelberg te zenden, ten einde de Apologie te helpen gereed maken. Op dien Rijksdag overhandigde hij ‘de Supplyken der Ballingen uit Groningen en Omlanden, onder de regieringe van Duc de Alba, te Emden haar schuil hebbende.’ De Synode te Emden in 1571 benoemde hem in de emdensche commissiën voor vacante gemeenten en voor de beschrijving van de geschiedenis der nederlandsche Reformatie. Als lid der commissie ‘gedeputeert synde van enighe broederen wt elcker natie te Eembden woonachtich’, om met de door de Synode van Bedbur benoemde commissie tijd en plaats der aanstaande synode te bepalen, had hij de emdensche Synode helpen voorbereiden. Zijn naam komt evenwel niet voor in de lijst van de onderteekenaars der acta. Van Emden is hij metterwoon naar Wezel vertrokken. In 1574 werd ‘M. Corneille Retins’ van Anvers uitgesloten van het generaal pardon. Van 1572-1580 komt hij voor als ouderling der Waalsche kerk te Wezel en afgevaardigde naar de ‘Clevische
Synode’ te Wezel (cleefsche classe), die hem vele malen tot scriba verkoos. Door de cleefsche classe van 19 Mei 1578 werd hij met ‘Seruatius Wynants Minister der gemeynten van Goch Rhees Emmerick etc.’ afgevaardigd naar de nationale dordtsche Synode van 1578, welke Synode hij ook heeft bijgewoond, blijkens een afschrift eener naamlijst van hen, die de Synode bijwoonden, hoewel zijn naam niet voorkomt onder de onderteekenaars der hollandsche acta. In de lijst van onderteekeningen der fransche acta van de Synoden der Waalsche kerken, Livre Synodal, 56, vinden wij afgedrukt ‘[Cornelius Retius, ancien de l'Eglise françoise à Wesel, au nom de la Classe de Cleves]’.
Zie: J. de Jong, De voorbereiding en constitueering van het kerkverband der Nederl. Geref. Kerken (Gron. 1911) reg.
de Jong