[Reede van Saesveld, Hendrik van]
REEDE VAN SAESVELD (Hendrik van), heer van Saesveld en Brandlicht, overleden 13 Juli 1474; zoon van Berndt (kol. 1041) en van Alheyt van Saterslo.
Hij komt het eerst voor met zijn vader Berndt 19 Maart 1406. Is Zondag na St. Scholastiken 1412/13 leenman van Egbert, heer van Almelo. Hij ontzegt 12 Mei 1427 Arnold, hertog van Gelre, ten behoeve van Everwijn, graaf van Bentheim. Hij en Clawes van Overhagen, de oude, komen 21 Febr. 1429 voor als rechte keurnooten en mannen van het Sticht van Utrecht bij het verkoopen van een erve en goed aan het H. Geesthuis te Oldenzaal (medebezegeld door H.v.R.). Zijn twee vrouwen komen voor in een akte van Zaterdag na Benedicti 1431/32; hij transporteerde toen met Johanna, zijn echtgenoote, voor zich, Godiken hun zoon, en Agnes, Henriks voordochter bij wijlen Ida, ten overstaan van Ludeken ten Toerne, wijlen Johansz, richter te Oldenzaal, een volle waar in de Lutte, onder het kerspel van Oldenzaal, uit hun erf ten Oeldenliuus aldaar op Ludeken ten Toerne, wijlen Ludekensz. (zie: Tijdrek. Reg. op het oud-archief van Overijsel III, 21) In 1435 of 36, den eersten Zondag in de vasten (geheeten Invocavit), komt Hendrik van Reede, met Godert, Neese (Agnes), Aleid en Henniken, zijn echte kinderen, voor (zie als voren III, 30). Van Reede wordt 4 April 1447 vermeld onder de borgen voor Reynald van Coevorden en belooft op gemelden datum indien laatstgenoemde en zijn erfgenamen niet ter bestemder plaatse en op den gezetten termijn de door Reynolt Hake en diens vrouw Fije gevestigde renten betaalden, in een herberg te Oldenzaal in leisting te gaan. Is omstreeks 1449 borg voor Rudolf van Diepholt, bisschop van Utrecht, - 5 Aug. 1451 voor Arend van Bevervoorde. bij zijn aanstelling tot ambtman te Diepenheim. Is 22 Nov. 1452 getuige bij het verleenen van privilegiën aan Vriezeveen door Johan, heer
van Almelo, en zijn vrouw Johanna van Reede. In 1453 koopt hij van Berend van Brandlicht en van Nese van der Thye, echtelieden, het huis te Brandlicht (zie: Tibus, Gründungsgesch. 922). Hij met Aleph van Haren, Herman van Voerst en Johan Sticke doen 20 Jan. 1457 uitspraak tusschen Sweder van Voerst en Johan van Almelo, ter zake van het recht op de heerlijkh. Almelo en de schadeloosstelling daarvoor aan Sweder toe te kennen. 20 Oct. 1457 beleend met den hof te Saterslo (Saesveld) met toebehooren en misschien daardoor, of wegens Brandlicht, in de ridderschap van Overijsel beschreven. Hij staat 1462 over het huwelijk van Heine van Laer met Griete Sticke en is met zijn zoon Godert, in profesto Nativ. Virg. Mariae 1470, geld schuldig aan Johannes van Beveren, priester.
Hendrik van Reede overleed 13 Juli 1474 en werd in de St. Plechelmikerk te Oldenzaal onder een grafzerk met 8 kwartieren begraven. In het Necrologium van het kapittel van St. Plechelmi