bleef hem echter wantrouwen wegens zijn oranjeen engelschgezindheid en raadpleegde hem dan ook niet over den geheimen last aan de Ruyter in 1664. Hij bleef voorzitter der Staten van zijn gewest tot 1671, in welk jaar, 2 December, hij al zijn bedieningen en waardigheden nederlegde. Doch 16 April 1674 door Willem III wederom tot president der Staten van Utrecht en supernumerair geëligeerden raad aangesteld zijnde, liet hij zich dat welgevallen en deed terstond een voorstel om het stadhouderschap erfelijk te verklaren. (Dit en wat hieraan voorafging is omstandig beschreven door den bekenden geschied- en oudheidkundige Daniël de Milan Visconti, baron des H.R.R., heer van Nyeveld etc. Zijn nagelaten handschrift is afgedrukt in van der Monde's Tijdschrift, zie onder).
Johan van Reede huwde te Utrecht 16 Juni 1616 met Jacomina van Eeden, geb. in 1595, overl. te Utrecht 22 Sept. 1671; dochter van Hendrik en van Jacomina Cuyp of Kieb. Haar vader was sterk tegen dit huwelijk gekant, waarom de verloofden zich tot de magistraat van Utrecht wendden, die het huwelijk bij besluit van 20 Maart 1616 toestond. Van Reede was met Jacomina meer dan 55 jaren gelukkig in den echt vereenigd; dit feit herdacht hij door een penning met een merkwaardig opschrift, in Engeland geslagen. Een andere penning op hem was reeds in 1645 door Thomas Simon, mede in Engeland, gegraveerd.
In 1619 schilderde Paulus Moreelse hun beider portretten, thans in bezit der familie d'Aumale van Hardenbroek (zie Moes, no. 2264 en 6271). Het portret door Moes onder no. 6271 vermeld als geschilderd door G. Netscher in 1672, houd ik voor de beeltenis van Jacob van Reede tot Nederhorst (1635-1700), wiens broeder met eene van der Marck was gehuwd. Muller vermeldt onder no. 4403 een gegraveerd portret met een uitvoerige levensbeschrijving door P. van der Schelling.
Johan van Reede won bij Jacomina van Eeden acht kinderen, waarvan Gerard (kol. 1036), Frederik (kol. 1033) en Hendrik (kol. 1036) in dit deel voorkomen; Jacoba en Mechteld, beiden gehuwd waren met eenen Gijsbert van Hardenbroek; Maria Magdalena de echtgenoote werd van Otto Pynssen van der Aa en twee andere dochters ongehuwd zijn overleden.
Zie: v. der Monde, Tijdschr. Gesch. Utrecht II, 269-284; Diction. of Nation. Biography XLVII, 396; van Loon, Ned. Hist. penn. II, 283; III, 131; Moes. Icon. Bat. no. 6273 en 6276 (de twee eerstgen. dochters). Het adelsdiploma door Karel I aan Johan van Reede geschonken, berust thans in het stadsarchief te Utrecht (legaat douair. van Reede v. Oudtshoorn 1898).
Regt