[Reede van de Parkelaar, Frederik Godard baron van]
REEDE VAN DE PARKELAAR (Frederik Godard baron van), heer van de Parkelaar; geboren op dat huis, gedoopt te Twelloo 16 Aug. 1720, overleden op de Parkelaar 20 Maart 1807; zoon van den volg. en van Johanna Adriana van Renesse.
Ambtsjonker van Voorst 1 Juni 1747. Beschreven in de ridderschap van Veluwe 5 Juni d.a.v. Raad in het Adellijk Jachtgericht 1750. Gecommitteerde ter Generaliteit 1753 tot 1765. Lid der gedeputeerden 1776, 79, 82, 83, 87 tot '95. Gecommitteerde ter Admiraliteit van Amsterdam 1775. Zandgraaf van de Veluwe 1770. Richter van Arnhem en op de Veluwe 1786. Landdrost van Veluwe 1791. Richter van Voorst 1795.
Hij huwde te Zwolle 3 Sept. 1754 Catharina Henriëtte van Haersolte, geb. te Zwolle 2 April 1730, overl. op Parkelaar 7 Juni 1780, dochter van Antony Sweer en van Conradina Wilhelmina van Dedem.
Uit dit huwelijk sproten drie zoons en vijf dochters, t.w.: Coenradina Wilhelmina, vrouwe van de Parkelaar, geb. te Zwolle 1756, overl. te Twelloo 1827. Zij stichtte te Twelloo een aanzienlijk fonds ten behoeve van emeritipredikanten (van die plaats), van hun weduwen en minderjarige kinderen; Johan Frederik (2) volgt (kol. 1033); Reinoud Abraham, in 1787 als vurig patriot van zijn ambten ontzet, krankzinnig en ongehuwd overleden; Ernestina Lucretia, schenkster van het avondmaalszilver te Twelloo, echtgenoote van Carel Arent Jan baron van Boecop tot het Holthuis; Antonia Assuera, geh. met A.A. Gaymans, en Johanna Petronella, geh. met D. Gaymans, broeder van den voorgaanden en beiden burgemeester van Arnhem. Een zoon, het oudste kind, overleed jong.
Zie: d'Ablaing, Ridderschap v. Veluwe, 409, 411; van Alphen, Nieuw Kerkel. Handboek 1903, 19 (fonds voor predikanten te Twelloo); M.G. Wildeman, Inventaris Kerkzilver in Wapenheraut XII, 149.
Regt