[Reede van De Parkelaar, Ernst van]
REEDE VAN DE PARKELAAR (Ernst van), heer van de Parkelaar, geb. te Deventer 27 Dec. 1657, ged. 1 Jan. 1658, overl. op Parkelaar 7 Febr. 1713, begr. te Twelloo; zoon van Frederik (zie op Ernst v.R. tot Amerongen kol. 1005) en van Ida van der Beeck.
Hij werd student in de rechten te Groningen 5 Sept. 1676. Beschreven in de ridderschap van Veluwe 29 Mei 1685, doch gerenvoyeerd bij de ridderschap (quartier-resolutie 16 Mei 1689) omdat hij niet had voldaan aan het zesde artikel van het reglement van 29 Mei 1686, waarbij het fixum domicilium te houden in het quartier van Veluwe wordt gestatueerd.
Opnieuw beschreven 12 April 1690. Ten landdage 1690 en 1706. Hij nam in 1697 Breckelencamp in pandschap van Adriaan Willem Bentinck. Hij kocht van Engelbert Requin van Ensse tot der groter Schaer en den Swaluenborch en diens broeders en zusters het erf en goed den Parkelaer in het ambt van Voorst, kerspel Twelloo, 25 Januari 1684, waardoor de branche van Reede van de Parkelaar ontstond.
Ernst v.R. huwde 25 Mei 1682 Ida Lucretia van der Beeck, geb. te Deventer 1653, overl. op Parkelaar 31 Dec. 1697, dochter van Jan, burgemeester van Deventer, en van Anna Loose. Hieruit acht kinderen, waarvan vier jong zijn overl. Een zoon Godard Jan (1689-1709) bezweek aan zijn wonden in den slag bij Malplaquet bekomen; een dochter Geertruid Anna, huwde den kapitein Johan Willem