op den vredehandel te Munster. Als prinsgezind staatsman en daarom op de hand van Frankrijk, bleef hij tot het einde toe volhouden bij zijn instructie, die hem gebood niet dan gemeenschappelijk met Frankrijk vrede te sluiten. De Staten van Utrecht, waarin onderscheidene verwanten en vrienden van van Reede zitting hadden, keurden de houding van hun afgevaardigde goed, terwijl hij door de voorstanders van den vrede, met name door Pauw, in anonieme pamfletten zeer werd aangevallen. In 1647 werd hij ernstig ongesteld en verliet het congres. Zijn ziekte verergerde en zijn einde voelende naderen, keerde hij naar Munster terug, waar hij 23 April aankwam. Hij verzocht nu het vredesverdrag te mogen onderteekenen. Werd het toegestaan, dan zou het hem, zoo zeide hij, in zijn ziekte vóór zijn dood nog kunnen troosten. Zijn verzoek werd hem ingewilligd, waarop hij spoedig naar Utrecht terugkeerde. Kort daarna. 25 Juni 1648, overleed hij aldaar en werd in den Dom begraven.
E. van Weede, heer van Dijkveld, noemde hem zijn onderwijzer en eersten leidsman op zijn staatkundige loopbaan.
Van Reede is tweemaal gehuwd geweest. Eerst in April 1617 met Emerentiana Oem van Wijngaarden, overl. in Juni 1632; dochter van Gerard, president van het Hof van Holland, en van Sandrina Croesinck. Daarna in Sept. 1635 met Catharinavan Utenhove, overleden in October 1656; dochter van Antony, heer van Rynestein, commandant van Ostende tijdens het beleg, en van Agnes van Renesse van Baer. Dit laatste huwelijk was kinderloos; uit het eerste werden twee zoons en zes dochters geboren.
Van de zoons gaat Gerard (2) hiervoor, terwijl Frederik Hendrik van Reede tot Nederhorst als kapitein vermoedelijk ongehuwd is overleden. Van de dochters was Mechteld gehuwd met Bernt van Oostrum van Broeckhuysen; Sandrina met Anselm Boll van Hamersveld, hoogeschout van Utrecht; Maria met David van Zuylen van Natewisch; Emerentia eerst met Jacob van Zuylen van Natewisch en daarna met Hubert Vonck van Lynden; Margaretha met Gerard van Reede van Drakestein (kol. 1010), Hendrina eindelijk overleed ongehuwd.
Het ambassadeurschap van Godard te Munster was oorzaak dat van dezen van Reede tal van portretten bestaan. Moes, Icon. Batav. vermeldt er op no. 6267 vier. Daarenboven bestaat er een ald. niet vermeld familietafereel, geschilderd door Herm. Saftleven, waarop (n.b.!) Godard met zijn eerste vrouw, zijn tweede vrouw en zijn acht kinderen voorkomt. Bovendien nog het lijk van zijn moeder liggende op een paradebed. Deze schilderij hing vroeger (en misschien nog thans) op het kasteel Zuylen (zie Kramm). Voor zijn gegraveerde portretten zie men Muller no. 4396-4398 en van Someren no. 4396-4399. Uit het laatste nummer blijkt dat reeds Godard van Reede het devies Malo mori quam foedari voerde, dat thans nog onder alle van Reede-wapens voorkomt.
Zie: Blok, Gesch. Ned. volk II, 636-650; Tegenw. staat van Utrecht, 127, 128; Ant. Matth. de Jure Gladii, 299; H.E.v. Gelder, Bedijking Heer-Hugowaard in Nijhoff's Bijdr. Vad. Gesch. en Oudhk. 4e R., V (1906) 231, 476.
Regt