[Reede-ginckel, Reinoud Diederik Jacob graaf van]
REEDE-GINCKEL (Reinoud Diederik Jacob graaf van), baron van Agrim, VIIe graaf van Athlone, vrijheer van Amerongen, enz. Geb. te Utrecht 24 Juli 1773, ged. Eng. kerk 1 Aug., overl. te 's Gravenhage 31 Oct 1823; zoon van Fred. Christ. Reindert, Ven graaf v. Athlone (kol. 1014) en van A.E.C. barones van Tuyll v. Serooskerken.
Ridder der Duitsche Orde 1773. Brigadier, met den rang van ritmeester, bij de Gardes du corps. Bij de omwenteling van 1795 deed hij van zijn bedieningen afstand en week naar Engeland uit, waar hij in 1810 zijn broeder Frederik Willem als graaf van Athlone en pair van Engeland opvolgde. Hij verkreeg 4 Juni 1814 van koning George III commissie tot luitenant-kolonel in het 95e regiment infanterie en werd 28 Aug. 1814 in de ridderschap van Utrecht geadmitteerd, doch bij kon. besl. van 26 Juni 1815 werd verklaard, dat die admissie was te beschouwen als niet geschied. Van 1814 tot 1816 was hij kamerheer van Koning Willem I doch heeft wegens verblijf in het buitenland weinig of geen dienst gedaan. Sedert 1819 schijnt hij te 's Gravenhage te hebben gewoond; hij zag zich 17 Maart 1822 erkend als te behooren tot den nederl. adel. met den titel van graaf, stierf een jaar daarna en werd te Amerongen begraven.
Van Reede huwde te Parijs, in de engelsche ambassade-kapel, 19 Maart 1818, en nader op het stadhuis te 's Gravenhage 16 Juni 1819, met Henriëtte Dorothea Maria Hope, gedoopt te Amsterdam, eng. episc. kerk, 13 Mei 1790, overl. te Londen 3 Sept. 1830, begr. te Sacombe. Haar portret, als een koningin in kroningsgewaad, in 1825 gepenseeld door A. Dubois Draconnet, versiert de bovenzaal van het huis Amerongen. Zij was de dochter van John Williams (die later den naam Hope heeft aangenomen) en van Ann Goddard, en hertrouwde 4 Mei 1825 te 's Gravenhage met William Gambier (bij wien nog twee kinderen).
Uit haar eerste huwelijk waren drie kinderen geboren, t.w. Anna Elisabeth, op zesjarigen leeftijd overleden; George Godard Henry, VIIIe graaf van Athlone, geb. te 's Grahage 20 Nov. 1820, meerderjarig verklaard 6 April 1842, doch in het volgend jaar, 2 Maart 1843, ongehuwd te Bath in Engeland overleden. In 1830 verkreeg hij van den laatsten graaf van Rochfort het huis Zuylestein, waardoor dit weder onder de bezittingen der van Reede's terugkeerde, na van 1630 af in andere handen te zijn geweest. In 1839 voegde George de heerlijkheid Eck en Wiel (bij koop van W.G.F. bn. van Neukirchen v. Nyvenheim) daaraan toe.
Het laatste kind eindelijk was Elisabeth Maria, gravin van Reede-Ginckel, geb. te 's Gravenhage 18 Dec. 1821. Als laatste van haar roemrijken tak overleed zij te Sulby-Hall (Welford) 7 Jan. 1897, begr. te Sibbertoft, na 12 Juli 1842 te zijn gehuwd met Frederick William Child Villiers (1815-1871),