[Randwyck, Frederik Hendrik van]
RANDWYCK (Frederik Hendrik van), vrijheer van Beek, heer van Rossum, Heesselt en Gameren, geboren te Nijmegen 2 November 1625 (had tot peters: Prins Frederik Hendrik en de Magistraat van Nijmegen), overl. te Nijmegen 30 Mei 1697 en in de Groote kerk begraven met 16 kw., zoon van Jacob en van Geneviève Marie van der Noot.
Hij compareerde in de ridderschap van Nijmegen 1642-1668, was waldgraaf 1669, ambtman, richter en dijkgraaf van Maas en Waal 1677, burggraaf van het Rijk en rechter der stad Nijmegen 1681-1696 en raad ter Admiraliteit van Rotterdam.
Bij gelegenheid van zijn overlijden werd een gedenkpenning geslagen met zijn beeldenaar en aan de keerzijde zijn wapen met het randschrift: Semper honos nomenque tuum laudesque manebunt.
Hij huwde in 1647 Stephania Torck, overl. in 1702, dochter van Johan en van Ermgard van Wylick. Uit dit huwelijk 11 kinderen, o.a. Jacob (kol. 998).
Zie: Gen. Her. Bladen II, 119-121.
Regt