de nostre Dame de Hale); Het Druyfken in de Steen-rotse dat is, eene mede-lydende siele op de bittere Passie Jesu Christi mediterende Gemaeckt door eenen Priester der Sociëteit Jesu (Antw. 1657); Het leven van de H. Maeghd Rosalia patronesse teghen de peste. Beschreven door eenen priester der Soc. Jesu, verlicht met beelden en met poesie (Antw. 1658); Het heyligh herte ver-eert aen alle godvruchtige herten vor een nieu-jaar, versiert met beelden en poesie. Door eenen priester der Soc. Jesu (Antw. 1659) (prentjes van Fruytiers; er bestaan nog drie latere uitgaven; Antw. 1660, Antw. 1669, Bruss. 1845, met afschuwelijk gekleurde plaatjes); Suffragiën der Heiligen, vertaald (Antw. 1660); Nieuwe af-beeldinghe van de vier uytersten beschreven in het Latijn door den Eerw. pater Guilielmus Stanihursius priester der Soc. Jesus, vertaelt ende verciert met printen en poësie. Door eenen priester der zelve Societeyt (Antw. 1662. Herdrukt o.a. 1664, 1681, 1714); Ghebede boecxken oft korte ghetyden ter eeren van den H. Franciscus Xaverius (Antw. 1666); Jubilé ofte geest-vrolycke dankbaerheyt over de vijftighjarighe godsdienstigheyd van de weledele en deughtrycke Jouffrouw Anna van Etten in de kercke van het professenhuis der Soc. Jesu (1665); Het leven van den H. Franciscus de Borgia, derden Generaal vande Societeyt Jesu, verciert met sedelycke opmerckinghen, printjens, en dichtjens (Antw. 1671); Het daeghelycks nieuwe jaer spieghelken van Philagie. Verciert met printen, dichten, sedenleeringhen (Antw. 1673, 12o.; herdrukt t' Antw. 1674, 1680, 1682, en nog eenmaal zonder opgave van jaartal 8o.); de eerste uitgave telt slechts 69 blz., de
tweede 81, de laatste meer dan 280: van de eerste uitgave werden er op 7 dagen 700 ‘vertiert’; Christi bloedighe passie verbeeldt in het onbloedigh sacraficie der H. Misse, verciert met printen, dichten, ende sedeleeringhen (Antw. 1675); dit boekje werd in 1700 met een werk van P. Adrianus Pervilliers, in het ‘Nederduyts’ overgezet door J.H. de Newport, Pr., benevens met eenige geestelijke, meest passiliedjes te zamen te Antwerpen uitgegeven onder den titel van De bebloeden Hof van Oliveten. De meeste verzen uit Poirters boekje zijn met enkele wijzigingen opgenomen in het populaire 18e eeuwsche kerkboek: Het Gulden Paradijs, dat gewoonlijk met het beroemde devotieboek: De vier uyterste van den mensch, éen geheel vormt; Heyligh Hof van den keyser Theodosius verciert met Sinnebeelden, Rymdichten, en Sedeleeringen, door P. Adrianus Poirters, wijlen priester der Soc. Jesu, Naer syne doot gevonden en uytgegeven (Tot lpere 1696, tweede druk Antw. 1709, 3e dr. Gent 1845.). Dit werk werd uitgegeven 21 jaar na den dood van den schrijver, die het getiteld had Tapisserye van 't Hof des Keysers Theodosius. De jongere Jezuïet, die het werk ter pers bezorgde, voorzag het van een voorrede, waar in hij een kort overzicht van het leven en de werken des schrijvers gaf. Deze gaf als Poirters geboortejaar aan 1606 en noemde Oosterwijk in de Kempen onder het bisdom van Antwerpen binnen de Dekanye van Herentals als zijn geboorteplaats. Niettemin bleven vele letterkundigen voor het Noordbrabantsche Oisterwijk ijveren, zonder echter eenige nadere bewijzen te kunnen leveren. Pater H.J. Allard S.J. raadpleegde het doopboek van Oisterwijk (N. Br.) en daar vond hij op
2 Nov. 1605 ingescheven een kind dat den naam van Adrianus gegeven werd, wiens vader Johannes Adrianus heette enz.
Nog worden aan Poirters toegeschreven: Godtvruchtighen Psalm-sangh, beslaande in twee-en-