Hij was tot 20 Nov. 1860 ook belast met het toezicht op de Bibliotheek der Kon. Akademie. Zijn colleges werden zeer geroemd en men verwonderde er zich over, dat met zoo gebrekkige hulpmiddelen, als zich toen aan de akademie bevonden en met zoo weinig voorbereiding bij de leerlingen, zooveel van het natuurkundig onderwijs terecht kwam. Een uitnemende vaardigheid in het teekenen en een zeer helder voorstellingsvermogen zijn zeker twee van de hulpmiddelen geweest, die Overduyn tot het geven van zijn lessen op den duur in staat hebben gesteld en hem geholpen hebben in het gemis van andere hulpmiddelen zooveel mogelijk te voorzien.
Zijn portret is gelithographeerd door J.H. Hofmeister en door J.C. d'Arnaud Gerkens.
Zie: A. Huët, De Delftsche Akademie en de Polytechnische school (Purmerend, 1880); dez. in Nederlandsche Spectator 4 April 1868.
Roelofs Heyrmans