hij als vrijwilliger mee tegen de ‘ontzinde’ Belgen, legde, bij het onderwijs teruggekeerd, ook het examen voor den 2den rang af, behaalde tevens enkele bijakten en werd in 1839 tot hoofdonderwijzer der openbare school te Valburg benoemd. Van Otterloo nam een zeer werkzaam aandeel in den strijd tegen de neutrale school en schaarde zich aan de zijde van Groen van Prinsterer, Keuchenius, Kuyper e.a., tegen de ‘ontchristelijking’ van ons onderwijs. Tal van opstellen in het Maandschrift voor Christelijke opvoeding in school en huis, De Hoop des Vaderlands e.a. tijdschriften getuigen hiervan; eveneens zijn boek: De lagere school in hare verhouding tot huisgezin, kerk en staat (1866), gevolgd door zijn Bijdragen der toelichting van de schoolkwestie, 2 dln. (1874). Verder schreef hij een Geschiedenis des vaderlands (1861) en met zijn vriend J.H. Veenendaal een Landhuishoudelijk rekenboek geschikt voor de lagere school ten platte lande (1851).
Zie: J. Kuiper, Gesch. Chr. Onderwijs in Nederl. 2de dr. (1904), 245 e.v.
Zuidema