[Oostenrijk, Margaretha van]
OOSTENRIJK (Margaretha van), overl. te Oriente 29 Juli 1604, wordt door van Lommel vermeld in de lijst der abdissen van Loosduinen als de laatste abdis benoemd op last van Philips II, 20 Mei 1598. Zij kwam echter niet in het bezit der abdij en (zoo zegt hij verkeerd) werd daarom kort daarop abdis van het Bernardinessen klooster Oriente bij Rummen (Bijdr. bisdom Haarlem XIX, 44). Zij was de kleindochter van keizer Maxiliaan I, zegt haar grafschrift, ‘neptis imperatoris Maximiliani’, ten onrechte door Herkenrode vertaald als ‘nicht’, en de natuurlijke dochter van George van Oostenrijk, bisschop van Luik 1544-1557. Het jaar harer geboorte is niet bekend. Toen zij in 1557 benoemd werd tot abdis van de kleine abdij Oriente O. Cist. was zij non in de thans nog bestaande cistercienserabdij Soleilmont bij Charleroi. Natuurlijk bezorgde haar hooge afkomst haar deze verheffing en niet de keus der kloosterlingen van Oriente. Niettegenstaande de droevige tijden en beperkte middelen harer abdij leidde zij een verkwistend leven. Haar broeder George, proost van Harlebeek en St. Pieter te Leuven, hielp haar nog de inkomsten der abdij verspillen, terwijl de religieusen groote armoede en gebrek moesten lijden. Over haar onwaardig bestuur en haar weinig stichtelijk gedrag zie: A. Wauters, Géograph. et hist. des communes belges. Canton de Léau (Brux. 1887) 201. Niet tevreden met hare geringe abdij zocht zij door aanbevelingen harer machtige bloedverwanten eene grootere te verkrijgen. Zoo werd zij o.a. aanbevolen voor Vorst O.S.B. en voor Flines O. Cist., doch zonder gevolg; zij bleef te Oriente tot haren dood.
Zie: M.v. Spilbeeck, Obituaire de l'abbaye de Soleilmont (Malines 1894) 45; Herckenrode, Collection de tombes èpith. recueillis dans les églises et couvents de la Hesbay (Gand, 1845) 405, 408; Hautcoeur, Hist. de l'abbaye de Flines, O. Cist. (Lille 1874), 202.
Fruytier