een tijd lang au sérieux genomen te hebben en liet een onderzoek instellen. De zaak liep echter weldra op niets uit en waarschijnlijk hebben wij hier slechts te denken aan een door de Hooghe in elkaar gezette streek, waarvan de bedoeling was den door hem gehaten Muys van Holy in moeilijkheden te brengen.
De rechtszaken, waarin Muys betrokken is geweest, hebben hem ook herhaaldelijk naar de pen doen grijpen, om als eerlijk man zijn gedrag te verdedigen. Kortheidshalve verwijs ik naar de hier onder vermelde studie van M. Roest Mz., waar men de titels van al die geschriften vermeld vindt. Zie ook Pamfletten Knuttel, 14638, 15417, 15540-43, 15621-24, 15730, 15731. Ten slotte bracht zijn geschrijf hem in de gevangenis. Een zekere Jan Geerkens, gehuwd met Louise Blaau, had bij testament zijn groot vermogen aan zijne weduwe vermaakt, onder beding, dat, zoo zij hertrouwde of ongehuwd overleed. het vermogen aan de Luthersche gemeente zou komen. Zij hertrouwde in 1681 maar hield het geld onder zich. Meer dan twintig jaar later is Muys achter den inhoud van het testament gekomen. Hij heeft toen de inmiddels weder weduwe geworden vrouw een proces aangedaan, dat hij verloor. Er is over die zaak heel wat geschreven, ook door Muys en het gevolg was, dat hij 19 October 1708 tot vijfentwintigjarige gevangenisstraf veroordeeld werd. Wat de oorzaak van dat strenge optreden tegen Muys geweest is, is nog niet opgehelderd. Tevergeefs sprong czaar Peter, die hem reeds vroeger naar Rusland had willen doen komen, voor hem in de bres. Men hield Muys in strenge gevangenschap tot zijn dood op 18 Mei 1717.
Behalve het reeds genoemde schreef Muys nog: Voorstel van seker faciel middel, waer door men, in tijden van nood, onder allerley soorte van regeeringen, een gelijkmatige schatting, over de ingesetenen, naer proportie van iders capitael, soude kunnen omslaen (Amst. J. Rieuwerts, 1691 in 4o.) (Knuttel 13662); Antwoord van M. Nicolaes Muys van Holy, op sekere so genaemde remarques .... uytgegeven tegen syn ontwerp en consederatien over 't redres van 't Quohier van den 200ste penning. (Amst., P. Rotterdam, 1692 in 4o. (Kn. no. 13803) In den strijd over B. Bekker's Betoverde Wereld mengde Muys zich met een goed geschreven vlugschrift Overweging van het Hooftpoint in Do. Bekkers Boek .... Te weten of de duyvel op een Mensch werken kan (Amst., P. Rotterdam, 1692 in 4o.) (Kn. no. 13886 en 13887). Drie drukken waren weldra uitverkocht. Op verzoek van den burgemeester Hudde gaf Muys toen nog een vermeerderden vierden druk.
Zie over Muys: De artikelen van M. Roest Mz. in Navorscher, VI, 261, 262; VII, 18, 81, 150, 239; IX 172 en W.P.C. Knuttel, Ericus Walten in Nijhoff's Bijdragen, 4e Reeks, I, 359 vv.
Knuttel