[Mulder, Caatje]
MULDER (Caatje), alias Kaat Mossel, geb. te Rotterdam 25 Mrt. 1723, overl. aldaar 29 Juni 1798, was een dochter van Willem Jansz. M. en Caatje Wouters van der Wapen. Haar bijnaam heeft zij daaraan te danken, dat zij van 1758-1795 keurvrouw der mosselen was, haar bekendheid aan de rol, die zij gespeeld heeft te Rotterdam gedurende de politieke woelingen van 1783 tot 1785. Vurig Oranjeklante, kon er in deze dagen geen opstootje van politieken aard zijn, of Kaat had er de hand in. Haar opruiende woorden en milde gaven, waartoe zij in staat gesteld werd door meer aanzienlijke personen, die onbekend wenschten te blijven, maakten haar gevreesd en gehaat bij de patriotten. 22 Mrt 1784, toen de compagnie van Jan Jacob Elzevier 's avonds de wacht zou betrekken, kwam het tot handtastelijkheden tusschen dezen en het volk, waarbij Kaat een der raddraaisters was. Nog erger was het 3 April d.a.v., toen luitenant L.v. Zwijndrecht zich genoodzaakt zag op het volk te vuren. Zelfs genoot zij de eer in Juni van dat jaar te 's Gravenhage aan den Prins te worden voorgesteld. 31 Aug. 1784 door de patriotsche regeering van Rotterdam gevangen genomen, deed zij ook in de gevangenis van zich spreken door het feestgelag, dat zij op een der Oranjegedenkdagen, 28 Nov. 1784, hield. Haar verdediger, Mr. Willem Bilderdijk, destijds advocaat te 's Gravenhage, wist het zoover te brengen dat zij in Juli 1786 naar den Haag werd overgebracht om daar verder terecht te staan. De wijziging in den politieken toestand door de komst der Pruisen bracht haar nog geen verlossing; pas in Oct. 1787 volgde haar invrijheidstelling. Door toedoen van Bilderdijk werd zij met een eerewacht van de Voorpoort gehaald en begeleid tot aan de Heul te Rotterdam. Wel bleef zij ook na dien tijd
een bekende vriendin van het Oranjehuis, maar de gevangenschap had haar krachten ondermijnd en heel weinig hooren wij daarna nog van haar. Evenals vóór dien tijd moest zij door den verkoop van mosselen weer in haar levensonderhoud voorzien en was zij weer keurvrouw daarvan. Zij was eerst, 16 Mei 1745, gehuwd met Pieter van Wijngaarden, 8 Jan. 1765 met Leendert de Lange.
Zie: G. van Rijn, Kaat Mossel in Rott. Jrb. II, 161 vlg., waar ook de litteratuur over haar en haar portretten zijn opgegeven.
Moquette