[Meddens, Bernardus]
MEDDENS (Bernardus), geb. te Groningen 5 Sept. 1759, overl. aldaar 25 Juli 1845. Hij werd priester gewijd in 1782. Hij verliet het vaderland, om als missionaris werkzaam te zijn in Suriname. Van den nuntius A.F. Zondadari ontving hij zijne aanstelling als missionaris primarius met de gewone en buitengewone volmachten op 24 Mei 1788 en landde 9 Oct. d.a.v. te Suriname. Wegens voortdurende ziekelijkheid keerde hij 28 Febr. 1790 naar het vaderland terug en werd in hetzelfde jaar benoemd tot pastoor te Groningen en werd later aartspriester van het district Groningen. Na een, reeds in 1818 ingediend, request aan den koning, verkreeg hij in 1821 de oude zoogenaamde Broerenkerk, ter uitoefening van den eeredienst der katholieken, en verving daardoor eindelijk, niet zonder moeite, de vijf bestaande kerkjes. Eerst in 1834, nadat de jaarlijksche subsidie tot onderhoud verhoogd was, aanvaardde hij deze kerk. Hij werd van het aartspriesterschap eervol ontslagen en legde in 1842 de herderlijke bediening neder.
Zijn portret is gelithographeerd door H.J. Backer.
Zie: Bekn. Gesch. der Kath. Missie in Suriname 55-56.
van der Heijden