verworven kennis aan; een oudere broer leerde hem Latijn. Op 25-jar. leeftijd vestigde hij een eigen boekhandel in zijn geboortestad en wist dezen weldra tot grooten bloei te brengen. Gezocht bij onze vaderlandsche schrijvers, gezien bij zijne vakgenooten, verwierf hij zich een goede reputatie; zijne uitgaven ‘droegen het kenmerk van kieskeurigheid’, getuigt A.C. Kruseman in onderstaande Bouwstoffen van hem. Op rechtsgeleerd gebied gaf hij uit: werken van Molster, Zubli en Heineken; op natuurwetenschappelijk van Lotze, Mulder e.a.; op dat van geschiedenis van van der Aa, Kroon, Schotel en Jorissen; op dat van letterkunde van van Lennep, Schimmel, Vosmaer, Hofdijk, Bosboom-Toussaint en Busken Huet, zoomede tal van vertalingen. Als tijdschriften verschenen bij hem: Nederland, waarvan hij zelf meermalen de redactie op zich nam; De Navorscher; Onze Roeping; de Volksbibliotheek en het jaarboekje Christelijke Volksalmanak. Verder gunstig bekende school- en leesboeken voor de jeugd.
Van 1864-69 was J.C. Loman Jr. geassociëerd met A.J.G. Verster, onder de firma Loman & Verster, en van 1893-97 met J. Funke, onder de firma Loman & Funke. Na zijn dood werd de zaak dezer firma door J. Funke alleen voortgezet, tot 1900, toen haar fonds verkocht werd. Sedert dat jaar geeft de firma alleen nog maar het maandschrift Nederland uit.
Loman was bij herhaling voorzitter of bestuurslid van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels.
Zie: Kruseman, Bouwstoffen II, 673, en Nat. Tentoonstelling ‘Het Boek’ 1910, 31.
Zuidema