L.
[Laar, Bernardus van]
LAAR (Bernardus van), verdienstelijk rechtsgeleerde, in 1784 te Haarlem geb. en 17 Nov. 1852 te Leiden overl. Hij studeerde aan de leidsche hoogeschool, eerst in de letteren, en werd in 1805 als candidaat tot praeceptor aan de latijnsche school ald. benoemd; doch reeds het volgend jaar legde hij die betrekking neer, om aan dezelfde academie de rechtsgeleerde studie ter hand te nemen. Hij promoveerde in deze faculteit op een diss. de Romanorum ponderibus et mensuris (1810).
Bij de fransche inlijving vestigde Mr. B. van Laar zich te Alkmaar, waar hij in 1811 substituut werd van den keizerlijken procureur bij de rechtbank van den eersten aanleg. Later keerde hij als advocaat naar Leiden terug, waar hij zich in 1833 tot lid der rechtbank benoemd zag.
Zie: Hand. Letterk. 1853, 22.
Zuidema