[Koppeschaar, Willem Frederik]
KOPPESCHAAR (Willem Frederik), geb. 5 Febr. 1831 te Leiden, overl. 7 Juni 1909 te 's Gravenhage. Door de wol- en lakenververij, in het bijzonder indigoververij, van zijn vader, W.F. Koppeschaar Sr., voelde hij zich reeds vroeg tot chemisch-technische processen aangetrokken. Verdienstelijk leerling van de burgeravondschool van het genootschap ‘Mathesis Scientiarum Genitrix’, werd hij in 1848 aan die school aangesteld als assistent-onderwijzer in het handteekenen; in 1852 werd hij bevorderd tot onderwijzer in het handteekenen en de bouwkundige rekenkunde. Gedurende den cursus 1865-66 heeft hij, toen hij reeds bestuurder van genoemd genootschap was, onderwijs gegeven in de scheikunde en de technologie ter vervanging van den leeraar in die vakken. Een achttal jaren na zijn huwelijk (met Mej. van Heemstede Obelt, 1857) kwam zijn plan tot uitvoering, te gaan studeeren aan de leidsche universiteit (1865-67), waaraan hij reeds vroeger eenige colleges had gevolgd. Daar minister Thorbecke hem ontheffing verleende van de kennis der oude talen bij het toelatingsexamen en vooral de hoogleeraren Rijke en A.H. van der Boon Mesch hem steunden, kon hij reeds 7 Juni 1867 promoveeren tot doctor in de wis- en natuurkunde op proefschrift: Over de quantitatieve bepaling van salpeterzuur.
In 1868 werd hij benoemd tot leeraar in de scheikunde en plant- en dierkunde aan de hoogere burgerschool te 's Gravenhage, aan welke hij van 1874 tot 1895 alleen de scheikunde doceerde; ook is hij eenige jaren directeur geweest.
Zijn onderzoekingen bewogen zich voornamelijk op analytisch-chemisch gebied. Behalve het onderwerp zijner dissertatie, mogen genoemd worden de bepaling van phenol (Zeitschr. f. anal. Chem. XV (1876), 233), het onderzoek van indigo (ibid. XXXVIII (1897) 1) en de scheiding en bepaling der kina-alkaloïden. Laatstgenoemd onderzoek is, jammer genoeg, niet gepubliceerd. Wel verschenen nog mededeelingen over de gehaltebepaling van kininesulfaat (ibid. XXIV (1885), 362) en de bepaling van magnesiumcarbonaat in kalksteen (ibid. XLIV (1905) 185).
Zie verder de levensschets door W. Stortenbeker in Chem. Weekbl. 1909, 641. Zijn portret is opgenomen in Chem. Jaarboekje 1909/10.
Jorissen