houdelijke Hovenier, of verhandeling en lijsten der ooft-vruchten, van de plantagie-gewassen, van de keuken-gewassen, veldt-vrugten enz. (Leeuw. 1752) dat door een tweede deel: de Bloemtuin, met eene aanleyding tot de cultuur der gewassen, alsmede een maandelijkse aanwijsing der tuinbesigheden, (Leeuw. 1760) en een derde deel: de Medicinale Planten, (Harl. 1762), wordt gevolgd. Intusschen gaf hij uit de: Beschouwende en werkdadige Hovenier-konst of inleiding tot de waare oeffening der planten, dienende sowel voor de veldt-als tuin-oeffenaars (Leeuw. 1753); zijn Jongmans-onderwijzer leerende .... de arithmetica, het boekhouden, de architecture, de astronomie etc. (Leeuw. 1756-59) 2 dln; den Pylaar der algemeene mathesis of arithmetica (Leeuw. 1758), een Sleutel der Latijnsche konstwoorden, welke in de botanye, pharmacye en medicyne 't meest gebruikt worden
(Leeuw. 1758), het Vermaaklijk wapenkundig-geographisch-historisch spel (Leeuw. 1758), het Onderwijs om couranten te lezen (Leeuw. 1758), eene Konstmatige verhandeling van de sphaerische of klootse sonnewijzers (Leeuw. 1761), een Tegenwoordige staat of historische beschrijving van Friesland (Leeuw. 1763), buiten zijne meest bekende werken: Pomologia, dat is beschrijvingen en afbeeldingen van de beste soorten appels en peeren, welke in Neder- en Hoogduitsland, Frankrijk, Engelland en elders geagt zijn en tot dien einde gecultiveert worden. Beschreven, naar het leven geteikend en met de natuurlijke coleuren afgezet (Leeuw. 1758), - Fructologia, of beschrijving der vrugtboomen en vrugten, die men in de hoven plant en onderhoud (Leeuw. 1763), - Dendrologia, of beschrijving der plantagie-gewassen, die men in tuinen cultiveert, (Leeuw. 1763), - Beschrijving van de moes- en keukentuin, (Leeuw. 1769). De Pomologia, Fructologia en Dendrologia waren zoo gezocht, dat er tweemaal een herdruk van verscheen, n.l. te Leeuwarden, in 1770 en te Amst. in 1790.
Ook een ander zijner werken, de Nieuwe historische Beschrijving van den geheelen Aardkloot. (Leeuw. c. 1765), werd na zijn dood opnieuw uitgegeven (Amsterdam, 1785).
Voorts deed hij zich nog als teekenaar kennen: van zijne hand is o.a. een plattegrond van Leeuwarden, omstreeks 1760 in kleuren geteekend.
Zie: de voorrede van zijne Hovenier-konst; Fructologia, 40; Dendrologia, 35; W. Eekhoff, Catalogus van de Sted. Bibl. van Leeuwarden, 85 en 120-122; Cat. van de Sled. Kunstverzameling, 147; Scheltema, Geschied- en letterk. Mengelwerk IV, St. II, 269 en 270; Friesche Volksalmanak 1839, 33 en eenige aanteekeningen in het archief van Leeuwarden.
Visscher