[Kist, Joost Gerard]
KIST (Joost Gerard), geb. te Zoelen 29 Oct. 1822 als zoon van den predikant N.C. Kist en Catharina Wilhelmina Dijckmeester, gest. te 's Gravenhage 29 Juni 1897. Met zijns vaders benoeming tot hoogleeraar te Leiden in 1823 vertrok het gezin derwaarts en hier ontving de zoon zijn eerste opleiding en werd deze in 1840 als student in de rechten ingeschreven. Hij besloot zijn studie door zijn promotie tot doctor in de beide rechten op 16 Jan. 1847 na verdediging eener dissertatie: de Communionis universalis inter conjuges dissolutione ejusque effectibus jure Belgico antiquo (Lugd. Bat. 1847). Daarna vestigde hij zich als advocaat te Leiden en deed in Mei van hetzelfde jaar met goeden uitslag het examen voor candidaat-notaris. In 1852 deed hij zijn intrede in de rechterlijke macht als griffier van het kantongerecht te Noordwijk. Daarin bekleedde hij achtereenvolgens alle rangen der zittende magistratuur tot den hoogsten: in 1853 kantonrechter te Gouda, in 1855 kantonrechter te Dordrecht, in 1861 rechter in de arr. rechtbank te den Haag, in 1863 raadsheer in het Provinciaal Hof van Zuid-Holland, in 1869 raadsheer in den Hoogen Raad, van welk college hij 21 Mrt. 1885 voorzitter werd. Die voorspoedige promotie dankte hij aan zijn uitnemende rechtershoedanigheden en aan den naam als kenner van het handelsrecht door zijn verschillende geschriften verworven. Ook in andere functies diende hij de gemeenschap, zoo was hij in 1855 korten tijd lid van den gemeenteraad te Gouda en werd hij in 1865 tot lid van dat college in den Haag gekozen; in 1876 werd hij curator der leidsche universiteit en in 1891 voorzitter van curatoren. Bij de instelling der staatscommissie tot herziening van het Wetboek van Koophandel in 1879 werd hij tot voorzitter daarvan
benoemd.
Zijn grooten naam als rechtsgeleerde verwierf hij zich als schrijver over handelsrecht. De Beginselen van Wisselregt volgens het Wetboek van Koophandel (Amsterd. 1852), later herdrukt als Het Handelspapier (1860) en in 1861 gevolgd door een tweede stuk, vormen met zijn De Maatschap of Vennootschap (Amsterd. 1863) de monographieën, die later tot het standaardwerk: Beginselen van Handelsregt volgens het Nederlandsche Wetboek van Koophandel zijn uitgegroeid. Van dit boek, tot op heden het meest gezaghebbende werk over ons Wetboek van Koophandel verschenen achtereenvolgens 6 deelen. Het verschijnt thans in nieuwe bewerking van Mr. L.E. Visser.
Afzonderlijk gaf Kist nog een verhandeling