voor de tweede maal met Aaltje Heymericx. In 1662, 25 April, werd hij tot stadssteenhouwer te Amsterdam benoemd; 7 Juni 1667 is hij in de Zuiderkerk aldaar begraven.
Als schilder schijnt de Keyser een leerling van Cornelis van der Voort geweest te zijn. Zijn werk kenmerkt zich door een fraai coloriet, door zorgvuldige teekening en door de juistheid, waarmede de afgebeelde personen in hun eigenaardig karakter zijn weergegeven. Hij schilderde niet slechts levensgroote figuren, doch ook kleine portretten. Zijn oudste werk is de anatomische les van Dr. Sebastiaan Egbertsz. de Vrij, nu in het Rijksmuseum te Amsterdam, in 1619 geschilderd. Dezelfde verzameling bezit ook schilderijen van de Keyser in 1632 en 1633 vervaardigd, andere vindt men in de musea te 's Gravenhage, te St. Petersburg, te Londen, te Berlijn, enz. Onder de betrekkelijk zeldzame werken van den meester, na 1640 ontstaan, verdienen genoemd te worden een schoorsteenstuk in het voormalig Stadhuis te Amsterdam en een klein portret van 1660 in het Rijksmuseum aldaar.
Als bouwmeester heeft Thomas de Keyser, die in 1628 het remonstrantsche rekest om vrijheid van godsdienst mede had onderteekend, de remonstrantsche kerk te Amsterdam ontworpen. Van 1631-1651 is hij opziener dier kerk geweest. Door het plaatsen van den koepeltoren op het stadhuis te Amsterdam heeft de Keyser zijn bekwaamheid als stadssteenhouwer getoond. Misschien is ook de fraaie groep boven de poort van het Tuchthuis aan den Heiligenweg te Amsterdam door hem gemaakt.
Zie: Oud- Holland, 1904, 79.
Weissman