[Huyke, Leonardus]
HUYKE (Leonardus), geb. te Monnikendam 13 April 1803, gest. te Velp (N. Br.) 3 Febr. 1871. Roeping gevoelende tot het priesterschap studeerde hij eerst twee jaren in 't bisdom Munster en bood zich in 1820 als leerling aan bij het pas geopend seminarie te Kuilenburg. Als leermeesters had hij er den lateren bollandist Jos. van der Moere en Waldack, den geschiedvorscher. In 1824 bood hij zich aan om lid te worden van de societeit van Jezus. Hij werd aanvaard en begon te Kuilenburg zijn proeftijd als leeraar der syntaxis en tevens als surveillant. Toen in 1825 het seminarie gesloten werd, ging hij te Brigg in Wales zijn studiën voortzetten, werd in 1833 priester gewijd en voltooide zijn laatste studiejaar te Gent. Van 1835-1839 was hij te Kuilenburg werkzaam als kapelaan en in dezelfde bezigheid van 1839-1849 te 's Gravenhage. In dit jaar werd hij belast met de oprichting eener nieuwe statie te Rotterdam, de R.-K. kerk aan de Wijnhaven. Financieele zorgen en zwakte van gezondheid deed hem reeds in 1851 zijn ambt verwisselen met dat van pastoor te Ravenstein. In 1859 werd hij aangesteld als novicenmeester en bracht in 1865 het noviciaat der Jezuïeten van Ravenstein naar Mariendaal (Velp) over, waar hij overleed. H. was een man van rijke talenten, zooals bleek uit zijn preeken en raadgevingen. De bisschop van 's Hertogenbosch gebruikte hem jaren lang als examinator voor zijn geestelijkheid.
Zie: A. van Lommel in Kerkelijke Courant; Kath. Nederl. Stemmen 1871.
Derks