dood van kapitein Hort. In Mrt. 1618 uitgevaren, nam hij 24 Juni 1618 nog deel aan den strijd tegen de spaansche armade bij Gibraltar, waarbij deze genoodzaakt was af te trekken. Het gouden sifflet door hem nagelaten, mogen wij wel beschouwen als een geschenk hem bij de een of andere gelegenheid door de Staten-Generaal verleend, als waardeering van zijn dapperheid. Hij was gehuwd met Baertge Jansd. Zijn zoon Jan Pietersz. Hort, geb. in 1594 of 1595 diende bij diens dood onder zijn vader als 2e luitenant en nam daarna het bevel waar op het schip ‘De Drie Coningen’, dat 16 Juli 1619 een prooi der vlammen werd, waarschijnlijk door ontploffing van buskruit.
Zie: de Jonge, Ned. Zeewezen I; Rott. Jrb. N.S. II, 37 vlg.
Moquette