Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 606]
| |
(zie op Gualtherus (1), kol. 599) en van A.C. Vosmaer. 14 Juni 1804 benoemd tot cadet bij het 5e bataillon, 4e regiment van linie, werd hij reeds 18 Sept. d.a.v. bevorderd tot luitenant. In die hoedanigheid diende hij in 1809 onder Chassé bij de hollandsche brigade in Spanje. In de lente van dat jaar had Chassé zijn hoofdkwartier in het kasteel van Truxillo, Estremadura. 12 Juni 1809 werd Holtius Lans met een detachement infanterie, sterk 22 man, van Truxillo uit naar La Hereguela en Orellance gezonden. Hij ging door beide plaatsen en voerde zijn opdracht uit. Bij zijn terugtocht zich willende ververschen, werd hij door een bende van circa 4 à 500 gewapende boeren overvallen; hij retireerde op Truxillo, doch halverwege Hereguela en Truxillo werd hij omsingeld, met 14 man gevangen genomen en volgens rapport van het ontsnapte deel van het detachement met dolksteken vermoord. Acht ontkwamen als door een wonder, terwijl de verwoede Spanjaarden met het beleedigen en uitplunderen der overigen bezig waren. Genoemde mededeelingen zijn, behalve in onderstaande bronnen, vervat in eenige brieven van krijgsmakkers, in het familiearchief Holtius bewaard. Holtius, die een schoon uiterlijk en een rijzige gestalte had, overleed ongehuwd. Een silhouet berust bij de familie. Zie: W.A. Storm de Grave, Mijne herinneringen uit den Spaanschen veldtocht; Bosscha, Neerl. Heldend. te land, III, 234; Nederl. Leeuw 1904, 236. Regt |
|