Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 593]
| |
en overl. 2 Mei 1885 ald. Hij was met Jac. Acquoy, W. Degenhardt, A. Heinsius, J. Jelgerhuis Swildens, A. van Otterloo e.a. een der voormannen van het Ned. Onderwijzersgenootschap, toen dit in de 2e helft der vorige eeuw tot zijn hoogsten bloei kwam, een der baanbrekers mee dus van ons verbeterd volksonderwijs. Als lid van 't hoofdbestuur van dit genootschap werkte hij vooral ook krachtig mede aan de stichting van de Onderwijzersspaarbank en van de Levensverzekeringmaatschappij van het N.O.G.; niet minder aan de oefenscholen, voor onderwijzers en onderwijzeressen te Amsterdam, opgericht in de dagen dat er in ons geheele land nog slechts één kweekschool voor onderwijzers bestond. Een ander veld voor zijn werkzaamheid vond Hinse in de beoefening der wiskunde, zijn meest geliefkoosd studievak. Jaren lang was hij bestuurslid van het bekende wiskundig genootschap ‘Een onvermoeide arbeid komt alles te boven’, en met Jac. Acquoy, H.W. Bloem, A. van Otterloo e.a. was hij redacteur van het Tijdschrift voor reken-, stel- en meetkunde, uitgegeven door de Gewestelijke vereeniging Noord-Holland van het N.O.G. (1853-1877). Ook van het Tijdschrift voor wis-, natuur- en werktuigkunde (1858-62) was Hinse mederedacteur. Verder schreef hij een Handleiding bij de beoefening van de theorie der rekenkunde, 2 dln. (1875) en Rekenopgaven over onderwerpen uit de natuurkunde voor de lagere school, 2 stukjes (1862; 3de dr. 1878). Zuidema |
|