privaatrecht in Duitschland. Reeds in zijn studententijd had hij zich onderscheiden door ernstige studie; in 1857 was zijn antwoord op een te Groningen uitgeschreven prijsvraag met goud bekroond (Commentatio de Bonorum Possessione, het volgend jaar in druk verschenen).
Na zijn promotie vestigde Hingst zich als advocaat te Amsterdam, waar hij weldra een plaats bij de magistratuur zou innemen. Eerst, gedurende weinige maanden, plaatsvervangend kantonrechter te Nieuweramstel, werd hij in Juli 1862 tot substituut-griffier bij de arr. rechtbank zijner geboorteplaats benoemd, terwijl hij 12 Mrt. als rechter ald. werd aangesteld. 12 jaar later, in 1883, tot raadsheer in den Hoogen Raad benoemd, verplaatste hij zijn woonplaats naar den Haag, waar hij echter reeds in 1890 overleed. 15 Jan. van dat jaar werd hij te Diemerbrug begraven. In onderstaand levensbericht wordt hij geschetst als een scherpzinnig jurist, een nauwgezet rechter, een edel mensch.
Vooral als beoefenaar van het burgerlijk- en handelsrecht stond Mr. H. hoog aangeschreven; daarnaast bewoog hij zich op het gebied van strafrecht en strafvordering. Wat hij hierover schreef vindt men in de Bijdragen voor Rechtsgeleerdheid en Wetgeving, van welk tijdschrift hij sedert 1864 medewerker en sedert 1875 mederedacteur was. Een zijner laatste opstellen hierin over Het plaatselijk burgerlijk recht in Nederland werd ook afzonderlijk uitgegeven (1889). Dat H. niet uitsluitend jurist was, getuigen zijn vele bijbetrekkingen in het maatschappelijk leven: hij was een zeer werkzaam lid van de plaatselijke schoolcommissie te Amsterdam, curator van het gymnasium ald., lid van de Provinciale Staten v. Noord-Holland enz.; bovendien, zoowel in den Haag als te Amsterdam, lid van den kerkeraad der Doopsgezinde gemeente en curator van het Doopsgezind Seminarium in laatstgenoemde stad. In de Zondagsbode voor Doopsgezinde en verwante Christelijke gemeenten vindt men opstellen van zijne hand, geteekend S.Q. (sedert 1887) over: Christendom boven geloofsverdeeldheid, de Kerk en Staat in Zwitserland, Het feest der Waldenzen, Doopsgezinden in den Elzas, Uit de Remonstrantsche broederschap, enz.
Mr. Hingst was sedert 1862 gehuwd met Mej. M.C. Müller (dochter van den bekenden amsterdamschen uitgever Joh. Müller), die hem zeven kinderen schonk.
Zie: Levensber. Letterk. 1890, 91 (met uitvoerige bibliogr.).
Zuidema