[Hesselink, Gerrit]
HESSELINK (Gerrit), geb. 23 Oct. 1755 te Groningen, overl. 7 Nov. 1811. In 1778 werd hij er tot phil. Dr. bevorderd op eene dissertatie De montibus ignivomis ac terrae motibus eorumque cognitione; ook verwierf hij Teyler's zilveren medaille voor een verhandeling Over het onderscheidend kenmerk der Christelijke openbaring en derzelver verband met de natuurlijke en Joodsche godsdienst. In 1781 werd hij pred. bij de Doopsgez. gem. te Bolsward, in 1786 hoogleeraar te Amsterdam, nadat hij een tweede verhandeling bekroond had gezien Over de dwaasheid der twijfelarij. Niet alleen nam hij tijdelijk ook de colleges van den remonstrantschen hoogleeraar Konijnenburg waar, doch insgelijks het onderwijs in philosofie, mathesis, physica van prof. van Swinden. Hij schreef eene hydrostatische verhandeling (Amst. 1807) en eene bestrijding van Franklin's theorie over de electriciteit. Op letterkundig gebied gaf hij Hollandsche dichtmaat toegepast op rythmus en metrum der ouden (Amst. 1808), op theologisch Uitlegkundig woordenboek ter opheldering van de schriften des N.V. (Amst. 1790), gevolgd door een Brief aan de lezers van het woordenboek, ter verdediging van zijne methode, die vrij en zelfstandig was.
Zie: Glasius, Godgeleerd Nederland II, 88; Frederiks en van den Branden, Biogr. Woordenboek 342.
Herderscheê