hij zich in 1581 en vervolgens beziggehouden met de overzetting van het boek Job. De daaropvolgende synode van den Haag, in 1586, gaf alleen aan Marnix van St. Aldegonde opdracht. De particuliere synode van Zuid-Holland in 1587 wees met drie anderen hem weer aan. 1593 veranderde echter weer de opdracht. Toen werd opnieuw Marnix tot eenigen vertaler aangesteld, maar nu was Helmichius revisor. Eindelijk, na Marnix' dood in 1598, werd hij met Arent Cornelisz. en met Roggius uit Hoorn weer als vertaler aangewezen. Niettegenstaande hem daartoe een tijd later, zelfs een half jaar lang, vrijstelling is verleend van een groot deel van zijn ambtswerk, is van de voltooiing van dezen arbeid echter toch niet gekomen.
8 Mei 1580 is Helmichius gehuwd met Elisabeth van Zuylen van de Haer, een dochter van Adriaen, deken van St. Jan te Utrecht en van diens eerste vrouw Cornelia de Wijs. Zij was een voortvarende en in de kerkelijke zaken levendig belang stellende vrouw, die na den dood van haar man, in 1611, te Amsterdam diacones is geworden en 14 Apr. 1626 is gestorven. Kinderen hebben ze wel gehad, maar hun namen zijn niet bekend. Misschien behoorden er toe de predikanten: Henricus Helmichius (1593, ofschoon ongeëxamineerd, voorganger van 's Gravenweerdt, 1594 toegelaten, nadat hij beloofde vlijtiger te studeeren, Juli 1595 door de particuliere synode afgezet, omdat hij voor den preekstoel niet deugde en in zijn leven onstichtelijk was, welke uitspraak 1596 werd bevestigd); Helmichius Helmichsz. (geb. te Utrecht, Juni 1629 geschikt geoordeeld voor den dienst in Indië, 1630 met het schip Deventer vertrokken, 7 Sept. 1631 predikant geworden te Amboina, waar hij 5 Sept. 1634 is gestorven; eerst gehuwd met Grietje Elberts, Febr. 1631 met Judith Gysbrechts of Gysberts, wed. van Pieter van den Hoeven (zie J. Hania, Wernerus Helmichius (Utr. 1895) 88 noot 1) en Gerardus Helmichius, die 1605 te Leiden, tweemaal theses verdedigde, en later predikant te Honten of Hontenisse werd, daarna te Veenendaal, waar hij 1636 stierf).
Behalve twee broeders: Splinter en Johannes, hiervoor besproken, heeft Wernerus twee zusters gehad, waarvan de eene twintig jaar zijn oudere was en op 70-jarigen leeftijd stierf, dus van 1530 tot 1600 moet hebben geleefd.
Helmichius was niet alleen een geleerd theoloog, maar ook een welsprekend prediker, en een karaktervol mensch, zoodat Remonstranten en Contraremonstranten hem om strijd hebben geprezen. Wat zijn denkbeelden betreft, was hij overtuigd Contraremonstrant. Uit de mededeeling, aangaande zijn staan te Utrecht, dat hij slechts zelden, Moded daarentegen dikwijls over de praedestinatie sprak, heeft men wel willen opmaken dat hij geen Calvinist was. Maar genoegzame grond voor die meening bestaat toch niet. Wel schijnt hij echter uit zekere bedeesdheid wel eens niet zoo beslist te zijn opgetreden als zijn geestverwanten dat hadden gewenscht.
Behalve omstr. 120 brieven (2 onuitgegevene nog zie Catal. Fred. Muller - veiling van Rappard-Lüttge (1910) 140) kennen we van hem vier geschriften, n.l.: Treffelijcke predikatie op 't 1e vers van den X V psalm Davids, gepredickt ... den 23 Jan. Ao. 1576 binnen Franckfoort (Amsterd. 1628), vroeger in de Boekerij der Remonstrantsche gemeente te Amsterdam te vinden, maar nu - naar het schijnt - verloren; Grondich bericht van de wettelijcke beroepinghe der Predi-