[Hamer, Adam]
HAMER (Adam), zoon van Petrus (1) (kol. 538), geb. te Numansdorp 2 Dec. 1685, begon zijn studie te Dordrecht aan de latijnsche school, daarna studeerende te Leiden, ingeschreven ald. 30 Nov. 1704, 19 j.T. Hon. c., overl. te Vlissingen 26 Oct. 1751, begr. 2 November d.a.v.
Na tot proponent bij de classis Leiden en Neder-Rijnland te zijn geworden, 30 Jan. 1708, nam hij tijdelijk te Leiden het predikambt waar voor Theod. van der Lee, predikant ald., die door zwakte verhinderd werd zijn werk te doen. 30 Juli 1709 werd hij beroepen in den Nieuwen Hoorn onder Voorne en Putten en ald. 14 Sept. d.a.v. door zijn vader bevestigd. In 1713 werd hij uitgezonden als legerpredikant. 26 Apr. 1716 bevestigde hij tot pred. te Kruiningen zijn broeder Petrus (2). Te Vlissingen beroepen 2 Jan 1729 werd hij bevestigd ald. 10 Apr. d.a.v. door Ds. Joh. van der Vorm. 4 Mei 1748 werd hij curator en scholarch der latijnsche en andere scholen te Vlissingen, in plaats van Ds. du Pon, doch een langdurige ziekte ondermijnde toen reeds zijn niet sterk gestel.
Adam Hamer was een ijverig en ernstig predikant, wars van alle lofspraak, woekerend met zijn zwakke lichaamskrachten, levendig van geest. Als pred. te Nieuwen Hoorn trouwde hij met Geertruida Clapmuts, d.v. Dirk Hugo Clapmuts en van Dina Goudswaard, wed. van Mr. Eduard Gallas, raad en burgemeester te den Briel, gedeput. raad ter Admiraliteit op de Maas, die overl. was 8 Mei 1725, haar 3 kinderen nalatende. Ook Adam Hamer had bij haar 3 kinderen, eene dochter Helena, geb. 1730, gest. 28 Juli 1743; Petrus, geb. te Vlissingen 3 Dec. 1732, overl. 25 Maart 1774, ald. wijnkooper, gehuwd met Geertruid Elisabeth van Pee (bij wie 3 kinderen); Dirk Hendrik Hamer, geb. te Vlissingen 14 Nov. 1735, overl. ald. 3 Aug. 1776, apotheker ald., trouwde Alida Qual, dochter van Leendert en Elisabeth Brakman, bij wie 3 kinderen.
Zie: Vrolikhert, Vlissingsche kerkhemel; J.v. der Baan, Geslacht Hamer in Ned. Leeuw 1884.
de Waal