door den abt bevestigd en geïnstalleerd. Zoodra dit de Gouvernante ter oore kwam, zond zij commissarissen met de opdracht om 's keizers recht te intimeeren, aan de abdis alle administratie te verbieden en de keuze te onderzoeken. De nonnen verklaarden eenparig de gekozene als de waardigste om als abdis op te treden, 7 Juli 1541. Weldra verklaarde de landvoogdes Maria van Hongarije namens den keizer haar dan ook als hem welgevallig. Slechts 6 jaar stond zij aan het hoofd der abdij. Uit het necrologium blijkt duidelijk, dat Ida Uytenham en Ida van der Haer dezelfde persoon zijn. Ten onrechte dus maakt Historie ofte beschr. van 't Utrechtsche bisdom I, 644 er twee verschillende personen van in de lijst der abdissen aldaar. Het liber memoriarum Vallis Mariae in Fund. et fata 433 en Archief Aartbisd. Utrecht III, 394 geven verkeerd 1577 als het jaar van haren dood. Uit de opvolging der abdissen blijkt, dat de datum van het necroloog, 13 Aug. 1547, juist is. (Zie art. Corn. Poelgeest).
Zie: A. Matthaeus, Fundat. et fata eccl. (Lugd. Bat. 1704) 444, 449, 450, 452, 482, 485; De abdij ten Dale of Mariendaal in Archief aartsb. Utrecht IIII, 389-394.
Fruytier