Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 501]
| |
in welke laatste stad hij 26 Mrt. 1886 overl. Geb. 24 Mrt. 1824 te Hasselt (Overijsel), waar hij op het instituut van Soeters het gewone lager onderwijs ontving en bij Ds. Bruna zich voor de academische lessen bekwaamde, studeerde hij aan de utrechtsche hoogeschool in de theologie en legde in 1848 met goed gevolg zijn proponentsexamen af. Sedert 1849 gehuwd met jonkvr. Petronella Johanna Strick van Linschoten, bezocht hij des zomers bij herhaling verschillende landen van Europa (Rusland, Scandinavië en lerland niet uitgezonderd), van welke reizen tal zijner geschriften getuigen. De voornaamste dier geschriften zijn: Uit den vreemde (1865); Veldbloemen (1871) en In het gebergte (1875). Verder schreef hij: Dr. A. de Jager. In Memoriam (1877; met bijdragen van andere letterkundigen, in 50 exempl. gedrukt, doch niet in den handel gebracht); De zonnestraal in de bergen, met muziek van G.B. van Krieken (1877), en Uit het leven (1884). Voorts opstellen in weekbladen, tijdschriften en jaarboekjes. Sedert 1875 was Ds. Griethuysen lid der Maatsch. v. Nederl. Letterkunde. Van de wijze, waarop hij zijn betrekking van predikant vervulde, wordt met veel lof gesproken in Levensber. Letterk. 1887, 13. Zuidema |
|