Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3
(1914)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 470]
| |
naeum in de hoofdstad bezocht te hebben, ging hij naar de hoogeschool te Utrecht om zijne theologische studiën te voltooien. 31 Aug. 1828 werd hij bevestigd als predikant te Slijk-Ewijk. Hier trad hij in het huwelijk met Cornelia Gerardina Visser, die hem 10 Maart 1872 ontviel. In 1836 werd hij predikant te Geertruidenberg, destijds nog op benoeming van den koning. Zijn historische zin vond hier rijkelijk stof, gelijk verscheidene zijner geschriften getuigen. In April 1879 nam hij, voornamelijk om gezondheidsredenen, emeritaat en vestigde zich te Breda. Hij had zitting eerst in het Classicaal, daarna in het Provinciaal kerkbestuur, eindelijk in de Synode, wier voorzitter hij in 1873 was, en wier besluiten hem meermalen aanleiding gaven tot het in licht geven van zijne adviezen. Behalve door historische romans en novellen heeft hij de geschiedenis gediend door menig wetenschappelijk werk, dat van degelijk onderzoek de vrucht was. In zijne eerste gemeente schreef hij Geschiedenis der Christelijke kerk en godsdienst in de Nederlanden voor de Hervorming (Leiden, 1833-1836), weldra gevolgd door een Geschiedenis der Christelijke kerk voor mingeoefenden (Amsterdam, 1836-1838) en eene Geschiedenis der Christelijke kerk en godsdienst in Nederland na het vestigen der Hervorming tot den troonsafstand van Willem I (Amsterdam, 1842-1844), als leerboek voor den beschaafden stand aangeduid. Zijn arbeid over Erasmus werd in 1849 door het Haagsch Genootschap bekroond. Vooral is Glasius bekend als schrijver van het biografisch woordenboek van ned. godgeleerden, getiteld Godgeleerd Nederland ('s Hertogenbosch 1851-1856), hetwelk nu in eene geheel nieuwe gedaante bezig is te verschijnen, en Geschiedenis der Nat. Synode gehouden te Dordrecht (Leiden 1860, 1861). Zie: H.G. Kleyn in Levensb. Letterk. 1887, 112, met bibliografie. Herderscheê |
|