Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 3

[Fullenius, Bernard (2)]

FULLENIUS (Bernard) (2), geb. te Leeuwarden omstr. 1602, gest. te Franeker 27 Jan. 1657, zoon van den voorgaande en Atje Abbema, werd 28 Mei 1621 te Franeker ingeschreven als stud. ling., phil. et theol., legde zich onder Amama toe op het hebreeuwsch en onder Adr. Metius op de wiskunde. In plaats van Amama werd hij 18 Dec. 1629 benoemd tot hoogleeraar in de oostersche talen te Franeker en hield in Febr. 1630 zijne intreerede, waarna hij 5 Dec. 1632 te Britsum huwde met Aebel Hinckema van Hinckenborch, dochter van den predikant Hendrik H.v.H. en Sytske Harinxma van Donia, van wie een andere dochter Aeltie huwde met Gosse van Coehoorn, vader van Menno (I kol. 620) en een derde dochter Catharina 28 Dec. 1636 huwde met Bernard's broeder Nathaniel F., med. dr. en ontvanger van het westerdeel van Breda. Echter bleef F. ook de wis- en natuurkunde beoefenen (zijne verklaring van de werking van den kijker van 1633 is in hs. op het Br. museum, Add. 21524, fol. 253 vv.) en werd na het overlijden van Metius 28 Mei 1636 aangesteld tot hoogleeraar in de wiskunde aan het athenaeum, in welke functie hij evenals zijn voorganger tal van ingenieurs en landmeters vormde. In 1638 hield hij de lijkrede op George Pasor (Fran. 1638); rector is hij geweest in 1640 en 1651. Uit zijn huwelijk sproten drie zonen, die volgen, en een dochter Frouckje, gehuwd: 1^o. 11 Dec. 1659 met Idzart Bloemendael, jur. utr. doct., advocaat en secret. van Dokkum en 2^o. 9 Dec. 1666 met Balthasar Bekker (I kol 277). Arn. Verhel hield op F. de lijkrede. Gedichten op hem zijn vervaardigd door Reinier Neuhusius, in wiens Epp. fam. cent. I-V ook eenige brieven tusschen hen zijn afgedrukt. Zijne weduwe overleed 21 Dec. 1670. F. gaf uit: Tabulae in grammaticam hebraeam (vóór of in 1631) en liet ook Jo. Drusii Comm. in librum Coheleth Salomonis en ad librum Jobi met een praefatio opnemen in de Biblia critica; hij bezorgde voorts een tweede uitgaaf van Adr. Metii Manuale arithm. et geom. practicae (Fran. 1646).

Zie: de Haan Hettema en van Halmael a.w. II (Leeuw. 1846) 101 Boeles, Frieslands hoogeschool II (Leeuw. 1873) 136-37 met de daar aangehaalde bronnen.

de Waard