Maestricht en 1748, II, 1-104; Hospitaliers de Saint-Servais à Maestricht II, 178; in de Publications: Les appels (des seigneuries et justices du Limbourg) à la cour impériale d' Aix-la-chapelle IX (1872) 296-310, Les Schoonvorst-Documents inédits XI (1874) 229-335, Supplément à la notice des Schoonvorst XI, 422-432; Glanes historiques XIV (1877) 102-181; Venlo en de fossa Eugeniana XXVIII (1891) 229-234.
In het Jaarboekje voor Limburg (Maastr. Leiter - Nypels) schreef hij: Plaatsnamen in Limburg I, (1867, 68, 69, 70, 71, 73), Geschiedk. aanteekeningen over Maastricht 1395-1396 (1868); Geschiedk. aant. over Maastricht onder Jan van Beyeren (1869). De nieuwe plaats te Wijk en de triumf van St. Servaas (1870); Geschiedk. aant. over Maastricht onder Jan van Beyeren. Beleg van Maastr. in 1407 en 1408 (1870), De geldersche successie-oorlog en de slag van den Kollenberg bij Sittard (1872); De oude stadhuizen van Maastricht (1874).
Zijn beste werk zijn de inventarissen op de archieven resp. van de Predikheeren te Maastricht, van het kapittel van Onze Lieve Vrouw aldaar (2 dln.), van de adellijke proosdij Houthem-St. Gerlach. van de abdij Kloosterrade, en op een zeer klein deel van het archief der adellijke abdij Thorn, alsmede op de gemeentearchieven in Limburg (kort overzicht doch uitvoeriger voor die van Sittard en Venlo) en van het gemeentearchief te Maastricht resp. 1869-77, 1881, 1872 en 1852 verschenen te Maastricht. In jaarboek voor het hertogd. Limburg 1850, 273. Notice sur la grande commanderie de l'ordre teutonique de Vieux-joncs. In Bouwkundige Bijdragen (Amst.) 10, 254, K 1-20; Francis Roman bouwmeester uit de 17e eeuw.
Zijn overige werken en werkjes zijn aangegeven in de hieronder genoemde bronnen.
Zie: J.G. Frederiks en F. Jos. van den Branden; Biogr. Woordenb. der N.- en Zuid- Ned. letterk. 2e druk. (Amst. 1888) 259; A.J.A. Flament, Catal. der stadsbibl. van des Maastricht, de aangehaalde Tables générales des Publ. de Limb. J.M. Nuyts, Levensbericht van Fr. in Levensber. Letterk. 1902.
Flament