[Francken, Jacob]
FRANCKEN (Jacob), krankbezoeker, kwam 12 Juni 1756 met het O.I. schip ‘Keukenhof’ te Batavia aan, vertrok kort daarna met het schip ‘Naarstigheid’ van Bengalen naar Nederland. Na in de eerste maanden van 1757 door stormweder ter hoogte van Madagascar veel schade aan romp en tuig geleden te hebben, hield men af naar de Delagoa-baai en ankerde nabij de sinds 1735, verlaten nederlandsche vestiging aan de Rio do Marques, waar de opvarenden door de ons nog altijd goedgezinde bevolking vriendschappelijk ontvangen werd. Door een van de Kaap gezonden hoekerschip daar gevonden zijnde, vertrok men, na 26 maanden vertoevens, over de Kaap naar het vaderland met het O.I. schip ‘Scholtenburg’. Hij schreef: Rampspoedige reize van het O.I. schip de Naarstigheid in de terugreize enz., waarvan de schepelingen zijn thuisgekomen den 13en Juni 1760 met 't schip Scholtenburg enz. nevens eene beschrijving van den aart des lands en der volken enz.’ met plaaten. (Haarlem 1761). Het boek vormt als het ware een vervolg op J. Bucquoy's Zestienjaarige reize met diens Waterwereld in 1757 bij denzelfden uitgever verschenen, aangezien het niet alleen bijzonderheden bevat betreffende Calcutta (den oorlog van de Engelschen met den Nawab) maar ook over landtochten, door eenige schipbreukelingen vruchteloos tot in Natal ondernomen, ten einde zich met onze vestiging aan de Kaap in verbinding te stellen.
Zie: C.A.L. van Troostenburg de Bruyn, Krankbezoekers in Ned. O.I. (Amst. 1902); P.A. Tiele Ned. Bibliographie van Land en Volkenkunde (Amst. 1887).
Mulert