[Francken, Cornelis Marinus]
FRANCKEN (Cornelis Marinus), geb. 8 Dec. 1820 te Muiden, gest. 4 Juli 1900 te Utrecht, was de zoon van Ahasueros en Catharina Geertruida van Rossem, en de broeder van Walraven (kol. 415). Hij bezocht 1833-'38 het Utrechtsch gymnasium onder den rector Dornseiffen en den conrector Ekker, studeerde aldaar en promoveerde in 1845 op een proefschrift De Aeschyli scholiis. Hij werd in 1847 benoemd tot rector te Amersfoort, trad in 1848 in het huwelijk met mej. P. Bruins (overl. 1886) en werd in 1851 rector te Leeuwarden als opvolger van Boot, waar hij zich zeer verdienstelijk maakte op philologisch en paedagogisch gebied. In Nov. 1856 werd hij benoemd tot hoogleeraar in de classieke talen te Groningen, welk ambt hij aanvaardde met een latijnsche rede over de wenschelijkheid om ook in onzen tijd de studie van het latijn niet te verwaarloozen. Hij had daar te onderwijzen Grieksch en Latijn, historia litteraria, grieksche metriek en paedagogie! In 1877 werd hij benoemd tot hoogleeraar te Utrecht voor het Latijn alléén en hij aanvaardde dat ambt met een toespraak over De Grieksche en Romeinsche letterkunde in aard en grenzen. In 1891 legde hij het neer wegens het bereiken van den 70-jarigen leeftijd.
Francken was, zooals ook zijn opvolger en biograaf van der Vliet verzekert, een man van verstand, geleerdheid, arbeidskracht, plichtgevoel en rechtschapenheid.
Zijne werken: latijnsche redevoeringen tijdens zijn rectoraat te Leeuwarden, bijdragen in de Miscellanea, het tijdschrift van ‘Het genootschap van leeraren aan Nederl. gymnasia’ en later geheeten ‘Bijdragen tot de kennis en den bloei der Nederl. gymnasia’. Verder De Grieksche Spraakleer vooral van het Attisch taaleigen, later onder den titel Grieksche Rudimenta opnieuw uitgegeven, eene brochure Prometheus en Pandora, eene bijdrage tot de kritiek van Hesiodus (1864) en de Commentationes Lysiacae (1865), zijn beste werk op het gebied van het Grieksch. Voor het Latijn vele critische studiën over latijnsche auteurs - vooral Lucilius en Varro - in de Mnemosyne (1873-1900) en in de Verslagen en Meded. der Kon. Akad. v. Wet. Zijn hoofdwerk echter is de monumentale uitgave van M. Annaei Lucani Pharsalia (Lugd. Bat. 1897).
Zie verder: J. van der Vliet, Levensbericht van C.M.F. in Jaarboek d. Kon. Akad. v. Wetensch. 1902; J.E. Sandys, A history of class. scholarship 1908 III, 282.
Damsté