[Fol, Franciscus]
FOL (Franciscus), geb. te Ichteghem in W. Vlaanderen 28 Febr. 1782, Jezuïet 15 Juli 1814, gest. te Amsterdam 2 Febr. 1849. In 1814 kwam hij naar Amsterdam en volgde in 1819 pater Luyten als overste van ‘de Krijtberg’ op. In kalmte en zachtmoedigheid arbeidde hij aan het welzijn van zijn gemeente en trok in 1835 het oude gebouw bijna geheel nieuw op, vergroot met eenige belendende perceelen. Wiselius schreef over hem aan minister C. van Maanen in 1826: ‘pater Fol uit de Krijtberg is een brutale, boosaardige vent, de stoutste van alle hier aanwezige monniken, wiens sermoenen boven alle verbeelding hatelijk, vervolgzuchtig en oproerig zijn.’ Hoe eenzijdig Wiselius in dezen over F., die de biechtvader was van bijna geheel de amsterdamsche geestelijkheid, was ingelicht, blijkt uit hetgeen De Godsdienstvriend (LXII, 160) bij diens afsterven schreef: ‘Pater Fol was een waardig zoon van den H. Ignatius, een priester van den ouden stempel, vriendelijk, werkzaam. .... Lang zullen de gasthuizen, waarin hij vroeger zoo werkzaam was, van hem gewagen, de .... geestelijkheid verliest in hem een trouw raadsman....’
Zie: H.J. Allard, De Fr.-Xaveriuskerk te Amsterdam (Amsterdam 1904) 149-157.
Derks