[Feylingius, Johannes]
FEYLINGIUS (Johannes), zoon van den voorg. en broeder van Hendrik, chirurgijn aan Diemer Brugge 1664, werd als proponent tot predikant beroepen te Budel 6 April 1653, te Deurne 11 Mei 1659 en te Maarheeze 24 Aug. 1664, waar hij in 1696 overleed.
Als predikant te Budel schreef hij: De Christelijcke Swanen-Gesangh over de eerstelingen Canaans; dat is, Het blijde eynde der gheloovighen over den voorsmaeck der eeuwige saligheydt. Naer het leven vertoont in het doorluchtigh exempel van Den ouden Simeon. Hierbij vindt men in denzelfden band uitgegeven de ‘eerste vrucht van (z)ijn hersenen’, het merkwaardige traktaatje waarin hij het afsterven van zijn vader behandelt, getiteld: Een brief vervattende den Triumph der Christenen, over alle hare vijanden; met Sonnestralen getoont in het exempel van den eerwaardigen, Godsaligen en Godsgeleerden D. Jacobi Feylingii, in sijn leven Dienaer Jesu Christi tot Mierlo en Stiphout, in de Meyery van 's Hertogenbosch, Zijnde op syn doodt-bedde hevigh besprongen geweest, door een Jesuyt van Emmerick, Petrus Bruxelius. Beide zijn uitgegeven te Amsterdam bij J. Kok. 1656, 12o.
Als predikant te Maarheeze bracht hij o.a. ter perse: Twee Hemelen te gelijk met den weg tot deselve (Amst. 1665, 12o.); De Macrocosmus, en Microcosmus, Ofte De Wonderen van de Groote en Kleyne Werelt, Met allerhanden Historien verligt. Dat is: Een Tractaetjen, vertonende het gebouw van Hemel en Aerde, en hare Heyren, met haer nuttigh gebrujk, en besonderlyck den mensche, als het voortreffelijkste schepsel van alle, kortelyck ontledigende; ten dienste van reysende Lieden, en andere. (t' Amsterdam bij Samuel Imbrechts, 1665. 12o, Opgedragen prins Willem Hendrik, den lateren stadhouder Willem III); Het Bloem-Hofje der Gedichten, Vervattende allerleye Sinnebeelden, op Goddelicke Materien gepast, voor Reysende Lieden, en andere. Mitsgaders: Het Bloem-Hofje van allerleye Sinnebeelden, op Seedelicke, Huysse-